Het uitruilkabinet

Geen categorie10 jun 2014, 19:00

Met het kabinet-Rutte II  is het na de valse start in 2012 - de grote maatschappelijke onrust die ontstond door het inkomensafhankelijk willen maken van de ziektekostenpremie - eigenlijk nooit meer goed gekomen.

In de laatste peiling van Maurice de Hond staan beide partijen gezamenlijk op 35 zetels (22 voor VVD en 13 voor PvdA), een duidelijk teken dat deze coalitie niet meer echt gepruimd wordt door de Nederlandse bevolking.

De onderhandelaars van VVD en PvdA hadden in 2012 nog wel zo gezellig zitten kwartetten onder leiding van Wouter Bos. Jammer dat de immer enthousiaste Mark Rutte nét even zat te slapen, of in de steek werden gelaten door zijn politieke instincten, toen de kwartetkaart met de genivelleerde ziektekostenverzekering gretig door de PvdA werd geïncasseerd. Misschien verkeerde Rutte nog in een overwinningsroes. Die onzalige kaart met de ziektekostenverzekering is weliswaar in een later stadium weer ingetrokken, maar met het kabinet Rutte II is het nooit meer goed gekomen.

We werden getrakteerd op een groot aantal akkoorden: het sociaal akkoord, het woonakkoord,  een zorgakkoord, een energieakkoord, een onderwijsakkoord, een pensioenakkoord en waarschijnlijk ben ik er nog een paar vergeten. Maar of er nu écht iets hervormd wordt, blijft de vraag. Er wordt vooral bezuinigd, echte structuurhervormingen zijn moeilijk te ontdekken en als ze er al zijn dan zijn ze verwarrend en tegenstrijdig, zie mijn artikel op DDS over het sociaal akkoord.

Het beeld is chaotisch. Zo worden er in een enorm tempo banen wegbezuinigd in de zorg, die vervolgens weer deels terugkomen in de ingewikkelde banenplannen van Asscher. Wanneer je de banenplannen nader bestudeert, is er vooral sprake van her- en omscholing en maar heel weinig creatie van “echte banen”.

Het lijkt alsof er geen begeestering zit in dit kabinet, geen ideologische lijn, niet een dragend idee dat mensen enthousiasmeert. Het is vooral een uitruilkabinet, met als complicerende factor de gedoogpartners, die eveneens af en toe komen kwartetten, waardoor het nóg onoverzichtelijker wordt. Ook het in de afgelopen weken rondgekomen sociaal leenstelsel voor studenten lijkt een uitruilproduct: er wordt fors bezuinigd op studiefinanciering, in ruil daarvoor gaat er extra geld naar Onderwijs. Dat laatste is fijn natuurlijk, maar al met al wordt bijna niemand echt vrolijk van het zoveelste compromis.

Op verkiezingen zitten Rutte en Samson ook niet te wachten, want bij de huidige stand van zaken zou Alexander Pechtold zich wel eens warm kunnen gaan lopen als de nieuwe premier. Dan komt er een spaak in de wielen van de banencarrousel waarmee VVD en PvdA elkaar nu blij maken, want Pechtold zal zich niet meer de kaas van het brood laten eten, nadat hij in 2012 niet welkom was bij het feestdiner. Omdat alle grote partijen zo’n beetje rond de 20 tot 25 zetels schommelen (met uitzondering van de achterop rakende PvdA) zal ook het kabinet Pechtold  weer een compromiskabinet worden met minstens vier partijen. Niet iets om vrolijk van te worden.

De ideologische malaise die Nederland in zijn greep heeft zie ik ook in veel andere landen. Eigenlijk weten we het niet zo goed meer. De gloriedagen van het neo-liberalisme zijn voorbij, de financiële crisis heeft erin gehakt, een lagere economische groei is “the new normal”, zelfs bij de mondiale groeitijgers. In sommige landen zien we een terugkeer van het socialisme, maar ook dat blijkt nergens een doorslaand succes te zijn, zo was de Franse bevolking François Hollande en zijn Parti Socialiste al binnen de kortste keren zat. 

De dieper liggende onvrede over de constante achteruitgang in de westerse wereld, zowel in materieel als in moreel opzicht, vindt een uitweg in de opkomst van een breed scala aan nationale en/of populistische partijen, maar of die nu de panacee hebben voor alle kwalen, vraag ik mij af. Ze kunnen heel goed uitleggen waar ze tégen zijn – de Italiaan Beppe Grillo bijvoorbeeld is daar een absolute meester in – maar hoe deze man de gigantische problemen van zijn land eigenlijk wil oplossen, blijft een groot raadsel.

In de tussentijd wordt de haperende economie wereldwijd op gang gehouden door steeds verder buiten hun oevers tredende Centrale Banken, die tijd kopen met creatieve manieren om de financiële markten met liquide middelen te voorzien en de rentestand ultra laag houden, zodat spaarders gedwongen zijn om in aandelen te investeren, als zij niet willen interen op hun spaarcenten. Een beleggersfeestje ,dat wel eens verkeerd zou kunnen aflopen.

Zo bekijken we het maar van dag tot dag. Zolang we nog dat ene procentje economische groei boeken, zeggen we tegen elkaar dat we het misschien nog niet zo heel slecht hebben met ons uitruilkabinet. Een leidend idee, een visie, is misschien te veel gevraagd in deze tijd.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten