De aanslag van Mehdi Nemmouche in Brussel herinnert ons eraan dat het nog steeds oorlog is in Syrië. Hoe staat het eigenlijk met de strijd daar?
Damascus
De rebellen die in een aantal enclaves rond de hoofdstad standhouden tegen het regeringsleger, het SAA, krijgen het steeds moeilijker. (Kijk hier voor een gedetaillerde kaart van de militaire situatie.) Dit komt omdat met de verovering van de laatste verzetshaarden in het Qalamoungebergte, de regeringstroepen met cruciale ondersteuning van de sjiitische Hezbollahmilitie de grens met Libanon hermetisch hebben afgesloten. Dit betekent dat de buitenwijken van Damascus die in handen zijn van het Vrije Syrische Leger (FSA) en de verschillende islamistische groepen, nauwelijks meer bevoorraad kunnen worden. Deze week kwamen er berichten uit Dariya dat de munitie van de opstandelingen op is en dat zij gedwongen zijn onderhandelingen tot overgave aan het SAA te beginnen.
In Oost-Ghouta ligt de situatie anders. Deze enclave is zo groot en vruchtbaar dat de rebellen zichzelf kunnen blijven bevoorraden. Vandaar ook dat de regeringstroepen ondanks een offensief ter land en vanuit de lucht nauwelijks vorderingen maken in Mleiha en Jobar, twee oostelijke buitenwijken van de hoofdstad. Ghouta blijft een pijnlijke splinter in president Assads oog, de rebellen bestoken regelmatig met mortieren en raketten het centrum van Damascus, waar veel Syrische regeringsinstellingen zijn gevestigd. Aan de andere kant lijkt de kans dat de opstandelingen de positie van Assad in de hoofdstad kunnen bedreigen, tot nul te zijn geslonken.
Homs
Het grote succesverhaal voor Assad in de aanloop naar zijn herverkiezing als president. De laatste wijken in het oude centrum van Homs, bijgenaamd de hoofdstad van de revolutie , zijn uiteindelijk zonder slag of stoot overgedragen aan het SAA. De tactiek van het afgrendelen van de door de rebellen beheerste wijken heeft hier na ruim een jaar vruchten afgeworpen. De uitgehongerde opstandelingen en hun families zijn met bussen naar verder noordelijke gelegen gebied gebracht, waar zij de mogelijkheid hebben de strijd voort te zetten. In Homs zelf beginnen nu langzaam de eerste herstelwerkzaamheden, in een proces dat het Assad-kamp met het nodige cynisme verzoening noemt. Net buiten de stad ligt de wijk Al Waer, waar nog tienduizenden burgers in een rebellenenclave leven. Onderhandelingen over een soortgelijke regeling voor de rebellen als in het oude centrum verlopen moeizaam.
Aleppo
Vroeger de grootste stad van Syrië, nu één groot slagveld, voor de helft in handen van de opstandelingen en voor de andere beheerst door de loyalisten (met een grote wijk in handen van Koerdische milities, die weigeren partij te kiezen in het conflict). Aanval, terugtocht, tegenaanval, een opeenvolging van straatgevechten die weinig aan de loop van de frontlijn lijken te veranderen. Lijken, want waar in de stad zelf de strijdende partijen een patstelling hebben bereikt, hebben regeringstroepen buiten Aleppo belangrijke terreinwinst geboekt. Deze bereikte vorige week zijn hoogtepunt met het ontzet van de belegerde Centrale Gevangenis. Een jaar lang gooiden met name door Tsjetsjenen geleide jihadistische milities alles wat zij hadden in de strijd tegen dit imposante en strategische gelegen gebouwencomplex ten noorden van Aleppo: hun beste troepen, zelfmoordaanslagen, artilleriebeschietingen.
Maar de gevangenisbewaarders bebaard en uitgehongerd zoals de belegerde rebellen in Damascus en Homs hielden stand met behulp van een nabij gelegen legereenheid, sporadische bevoorrading vanuit de lucht en bombardementen door de Syrische luchtmacht op de belegeraars. Vorige week brak het SAA door de rebellenlinies in Sjeik Najjar, het oostelijk van de gevangenis gelegen industriegebied, en bereikten de gevangenis. Zo snel was hun opmars dat nu zelf het risico bestaat dat Assads troepen contact maken met de door hen beheerste westelijke woonwijken van Aleppo, waarmee de volledige omsingeling van het door de opstandelingen beheerste oostelijk deel van de stad een feit zou zijn. Om het regeringsoffensief te stoppen, hebben de rebllen een nieuwe tactiek ontwikkeld: het graven van lange tunnels onder de linies om deze vervolgens onder regeeringsbolwerken tot ontploffing te brengen (video's hier, hier en hier). Een tactiek die niet zonder succes is, maar die net als de beruchte barrel bombs van de Syrische luchtmacht veel onschuldige burgerslachtoffers maakt.
Daraa
Het al zo lang aangekondigde grote offensief van de laatste resten van het seculier geachte FSA in het zuiden van Syrië, lijkt al te zijn geëindigd nog voor het goed en wel is begonnen. De (al dan niet) door de Amerikanen getrainde en (zeker) door hen bewapende rebellen begonnen hoopvol met hun aanvallen op Assads stellingen rond het drielandenpunt van Syrië, Jordanië en Israel. Maar nog voor het offensief goed en wel op gang kwam, raakten zij slaags met de jihadisten van het aan Al-Qaida gelieerde Nusrafront (Jabhat al-Nusra, JaN), nadat deze een van de leiders van het FSA hadden gegijzeld. Het SAA maakte van de tweestrijd gelijk en begon een tegenoffensief, wat nu lijkt uit te monden in een patstelling en vroegtijdig einde aan de hoop op een snelle doorbraak van de rebellen richting Damascus, slechts 80 kilometer ten noorden van Daraa.
Andere strijdgebieden
In Idlib lijken de opstandelingen wel een vuist te kunnen maken tegen de regeringstroepen. Een gezamenlijke strijdmacht van het FSA, JaN en andere islamistische milities maakt de laatste dagen belangrijke vorderingen en lijkt de loyalisten in de provinciehoofdstad te hebben afgesneden van hun aanvoerroutes naar Aleppo, Hama en Lattakia.
Een rebellenoffensief in het noordelijke heartland van Assadgetrouwe alawieten aan de grens met Turkije lijkt inmiddels over zijn hoogtepunt. Geholpen door Turkse grenstroepen die een oogje dichtknijpen wanneer JaN en het Islamitisch Front (een coalitie van ultraconservatieve, islamistische milities) hun grondgebied gebruiken om het SAA in de rug aan te vallen, boekten de opstandelingen er aanvankelijke indrukwekkende successen en bereikten zelfs de Middellandse Zeekust. Maar de angel lijkt uit de aanval, onder druk van overweldigende vuurkracht van het SAA hebben de jihadis nog slechts een handvol dorpjes aan de Turkse grens in handen.
In Oost-Syrië gaat de strijd vooral tussen ISIS (de Islamitische Staat in Irak en Syrië, waar Mehdi Nemmouche lid van was) en Jabhat al-Nusra, jihadist tegen jihadist dus. De strijd golft op en neer in met name de provincies Raqqa (het bolwerk van ISIS) en Deir Ezzor. Hoewel ISIS de overhand lijkt te hebben, verzwakt deze broederstrijd beide groeperingen, waardoor regeringstroepen met opportunistische aanvallen de afgelopen maanden terreinwinst hebben kunnen boeken.
Conclusie
Its far from over. In het huidige tempo kan de oorlog nog jaren duren. In de meeste gebieden bestaat een patstelling tussen de strijdende partijen, waarbij kan worden aangemerkt dat de terreinwinst die het SAA boekt, van meer structurele aard lijkt dan die van de opstandelingen. Duidelijk is dat de onderlinge verdeeldheid tussen FSA, JaN, ISIS en andere islamistische milities, Assad geen windeieren legt. Enerzijds omdat zij de slagkracht van de rebellen ernstig verzwakt (wanneer zij zich verenigen zoals in Idlib, kunnen de opstandelingen het de regeringstroepen nog bijzonder lastig maken), anderzijds omdat het Westen weigert het FSA grootschalig te trainen en bewapenen zolang de islamisten binnen het verzet dominant blijven. De Syrische opstandelingen doen er goed aan te kijken naar hun Spaanse collegas in de jaren 30: Franco en de zijnen begrepen heel goed dat eendracht de sleutel was tot het winnen van de burgeroorlog tegen de hopeloos verdeelde regering in Madrid. Een les die de Assad-loyalisten en hun bondgenoten van Hezbollah allang hebben geleerd.