1. Home
  2. De belasting op leidingwater

De belasting op leidingwater

Geen categorie04 jun 2014, 21:51
Vandaag komt de regering met mooi nieuws: de onmogelijke verhoging van de belasting op leidingwater per 1 juli gaat niet door. Hij staat wel in de wet, maar hij zal niet geind worden, zal de regering wel bedoelen. Dit dossier is niet echt een goed voorbeeld van afgewogen en evenwichtig bestuur.
In 2011 bedraagt de belasting op leidingwater €0,158per m³ voor de eerste 300 m³ en 0 voor alles daarboven. Ofwel bedrijven en burgers betalen maximaal €47,40 per jaar voor een bedrijf. Het tarief wordt jaarlijks geïndexeerd. En het levert zo’n €120 miljoen per jaar op.
De belasting wordt betaald aan de waterleidingbedrijven, die hem op hun beurt afdragen aan het rijk. Ook kleine campings die water oppompen, zuiveren en leveren, zijn belastingplichtig.
Wat volgt is een verandercircus in Den Haag. Ik ga hem gewoon beschrijven, omdat het symptomatisch is voor de politieke besluitvorming. Er zijn te vaak geen duidelijke, doordachte plannen en doelen en die worden op het laatste moment bedacht. In dit geval minder dan 6 weken voor de eigenlijke invoering. De gevolgen zijn onuitvoerbare wetgeving. Maar dat was in dit geval volstrekt duidelijk, al bij de stemmingen.
Echter coalitiedwang en een belastingplan dat door moet, leiden gewoon tot slordige wetgeving waar geen bedrijf zich op kan voorbereiden. Een voorbeeld hoe het niet moet. Ter lering en vermaak zullen we maar zeggen.
Overigens ben ik van mening dat Wiebes veel leed voorkomt door aan de noodrem te trekken een maand voor invoering. Hij meent dus serieus dat hij onuitvoerbare wetten ook zelf niet meer wil uitvoeren. Daarvan zijn er overigens in het belastingdomein nog velen. Dus we hopen nog veel van zijn brieven te ontvangen.
Wat gebeurde er nu?
September 2011: staatssecretaris Weekers kondigt aan de belasting op leidingwater af te schaffen. In het belastingplan regelt hij dat de belasting op leidingwater per 1/1/2013 wordt afgeschaft. Eerder lukt niet vanwege het begrotingstekort. Weekers doet dit vanwege vereenvoudiging: hij wil belastingen afschaffen. Dit is een eenvoudige belasting maar afschaffen levert één belasting minder op.
September 2012: Weekers schrijft in het belastingplan dat de afschaffing in de wet blijft staan, maar de datum van de afschaffing staat niet meer vast. In 2013 blijft de belasting dus gewoon bestaan. De reden: het begrotingstekort moet eerst naar beneden.
September 2013: Weekers stelt voor de belasting op leidingwater af te schaffen voor waterleidingleveranciers met minder dan 1000 aansluitingen. (denk campings die water oppompen).
Oktober 2013: VVD en PvdA bereiken een begrotingsakkoord met D66/CU/SGP. (C5) In dat akkoord staat dat de belasting op leidingwater €200 miljoen extra moet opleveren in 2014.
Waar dat vandaan komt? Niet uit de verkiezingsprogramma’s. Alleen de tegenbegroting van D66 bevat een verhoging van deze belasting met €100 miljoen als milieumaatregel. Hoe die eruit ziet is volstrekt onduidelijk en hij staat alleen in de doorrekening op pagina 6.
Hij lijkt als sluitpost in het begrotingsakkoord terecht te komen en moet dan wel het dubbele opleveren. Welk milieuprobleem opgelost wordt en hoe het wordt uitgevoerd blijven volstrekt onduidelijk.
Op 25 oktober wijzigt Weekers het belastingplan en schrijft
“Leidingwaterbelasting

In de Begrotingsafspraken 2014 is overeengekomen dat de leidingwaterbelasting wordt verhoogd en dat de maximumgrens van 300 m3 vervalt. Hierdoor zal ook over het waterverbruik boven de 300 m3 leidingwaterbelasting verschuldigd zijn. Grootverbruikers gaan hierdoor ook betalen naar rato van het gebruik. Met deze maatregel is een opbrengst van € 205 miljoen beoogd. De maatregel slaat neer bij zowel huishoudens als bedrijven. In deze nota wordt de verhoging vormgegeven door verhoging van het tarief per m3 naar 33 cent. Verder wordt net als thans het geval is, geen onderscheid gemaakt tussen leidingwater van drinkwaterkwaliteit en overig leidingwater (zogenoemd industriewater). In deze vorm, voornamelijk als gevolg van het wegvallen van de maximumgrens van 300 m3, wordt echter een opbrengst gerealiseerd die hoger is dan de beoogde € 205 miljoen. Deze hogere opbrengst komt voor rekening van de grootverbruikers. Gezien deze onevenredigheid ben ik voornemens om te onderzoeken of een onderscheid tussen drinkwater en industriewater zou moeten worden ingevoerd. Daarbij moet ik ook kijken naar de uitvoerbaarheid voor de Belastingdienst. Ik zal u over de uitkomsten van het onderzoek informeren voor afronding van het wetgevingsproces van het wetsvoorstel Belastingplan 2014.”

Op 31 oktober, na een opmerking van de CDA fractie, draait hij het voorstel om bedrijven met minder dan 1000 aansluitingen niet te belasten, terug. Immers, Corus kan zijn eigen waterleidingbedrijf met één aansluiting beginnen en zo miljoenen euro’s belasting besparen.
De waterleidingbedrijven, zwembaden en vooral de industrie komen in opstand. Zij maken gehakt van de plannen van de regering. Want ‘leidingwater’ is niet goed gedefinieerd. Er volgen veel voorbeelden van bedrijven die water gebruiken en het dan doorleveren waarna het gebruikt wordt in een ander bedrijf. Bedrijven gebruiken stoom (ook water) of zuiveren eigen afvalwater en hergebruiken het. 
De Kamer en de C5 raken ongerust, ook omdat een paar heel grote industriële gebruikers heel grote rekeningen krijgen en er zijn al eerder fabrieken gesloten (papier bijvoorbeeld). Zo zal Tata steel €10 miljoen moeten betalen.
De Kamer debatteert op 4 november en Weekers stelt voor: een cap op 100.000 m³. Of een onderscheid tussen drinkwater (hoog tarief) en industriewater (laag tarief). Nee, zegt de Kamer (C5): wij willen een schijventarief.
Op 8 november stuurt Weekers een nieuwe brief met 3 opties voor schijven.
De C5 partijen kiezen optie C met vijf schijven, maar zonder onderscheid met industriewater. Er is geen oplossing en nog steeds geen definitie van leidingwater.
De tijd dringt en Weekers maakt er snel een voorstel van. Op 15 november stuurt hij een nota van wijziging naar de Kamer.
Het moet allemaal zo snel dat de Raad van State, ACTAL en anderen niet kunnen adviseren.
Dan blijkt dat hij het niet per 1 januari kan invoeren, maar pas per 1 juli. Gevolg: de tarieven in de tweede tot en met de vijfde schijf zijn 0 in de eerste helft van het jaar en verdubbelen nog een keer(!) in de tweede helft van het jaar.
Op de dag van de stemmingen over het belastingplan, 19 november, debatteert de Kamer, na aandringen van de oppositie, over de problemen. Het debat is lezenswaardig. En ja, aan het eind van het debat is er geen definitie van een belastbaar feit en wil de coalitie toch gaan stemmen. Dat gebeurt dus ook binnen een uur na het debat. Want het belastingplan moet snel naar de Eerste Kamer en snel in de Staatscourant. De aangekondigde problemen? Ach, die lossen we later op.
Op 22 november schrijft VNO-NCW een vernietigende brief. Ondanks deze brief kan de Eerste Kamer niet anders dan akkoord gaan, want anders wijzen ze het hele belastingplan af.
Op 20 december start er dus een onderzoek naar een belasting, die zojuist heel gecompliceerd is geworden en onuitvoerbaar is.
En dan het lange wachten op de uitwerking. Iedereen gaat zich voorbereiden, meter installeren. En dan minder dan een maand voor de invoering van de belasting, worden vier van de vijf schijven afgeschaft volgens de staatssecretaris, die vandaag deze brief schrijft.
Hoe weten we nog niet precies, want er ligt geen noodwetgeving. Maar goed het kan met terugwerkende kracht. Dat gaan we de komende maanden wel zien. Dat wordt ook duidelijk wat hij met het gat van €80 miljoen gaat doen.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten