Wanneer moet de overheid die belangen in de banken toch verkopen? Het houdt de gemoederen danig bezig.
Behalve wat verstokte socialisten vindt iedereen dat dit zogenaamde tafelzilver een keer de deur uit moet. Alleen over de timing zijn ze het niet eens. Dat heeft wat te maken met de vraag of de banken er nu wel of niet klaar voor zijn. Een ander discussiepunt is welke prijs de overheid ervoor kan krijgen.
Er zijn nogal wat mensen die pas willen verkopen als de overheid er net zoveel voor krijgt als er is ingestoken. Voor ABN-Amro bijvoorbeeld gaat het dan om een bedrag van ongeveer 22 miljard. Dat is het bedrag dat minister Dijsselbloem vorig jaar in een brief aan de kamer rapporteerde. Maar bij verkoopbeslissingen mag het verleden niet leidend zijn. Je kunt natuurlijk knarsetandend constateren dat we er veel te veel voor hebben betaald maar dat is een onomkeerbaar historisch gegeven. Die 22 miljard is een sunk cost. Hoeveel de overheid nu of in de toekomst voor de aandelen ABN-Amro kan krijgen is niet precies te zeggen. Eind 2013 waren aandelen ING 11,9 keer de jaarwinst waard. Uitgaande van dezelfde multiple en de jaarwinst van ABN-Amro over 2013 komen we uit op een kleine 14 miljard. Maar het zou ook lager kunnen liggen. Dat die 22 miljard ooit helemaal terugkomt geloven niet veel deskundigen. Maar toch hoor je nogal eens dat het beter is om toch maar even te wachten. De gedachte is dat een beursgang nu wellicht 12 miljard kan opbrengen maar volgend jaar misschien wel 15 miljard. Zou kunnen ja. Wie weet. Het zou ook minder kunnen zijn. Door te wachten zou de overheid proberen het verkoopmoment zo goed mogelijk te timen en daardoor niet alleen bankier zijn, maar ook speculant. Gokken met geld van de belastingbetaler. Niet wenselijk lijkt me.
Er is echter een eenvoudige, doch onorthodoxe manier om de hele problematiek van het juiste moment te omzeilen. Een methode die de discussie over de hoogte van de prijs irrelevant maakt. Dat zit zo. De overheid is weliswaar als publiekrechtelijk orgaan juridisch eigenaar van de bank, maar de facto zijn alle belastingbetalers samen de aandeelhouders. En als de overheid de aandelen aan die belastingbetaler verkoopt, dan is de hoogte van de prijs voor hem irrelevant. Als de overheid nu voor 12 miljard verkoopt en volgend jaar blijkt de bank 15 miljard waard te zijn dan is dat jammer voor de burger in de hoedanigheid van belastingbetaler, maar prettig voor de burger als belegger. En mocht de prijs volgend jaar onder de 12 miljard liggen, dan geldt het omgekeerde. Wat u wint of verliest in de ene hoedanigheid, verliest of wint u in de andere. Hieruit mag u overigens niet concluderen dat beleggen in aandelen een zero sum game is. Hieruit blijkt alleen dat een verkoop aan jezelf geen winst of verlies oplevert.
Diegenen die dus zeker menen te weten dat een latere emissie meer voor de schatkist zou opleveren hebben dus nooit reden tot klagen. Integendeel. Het is een buitenkansje. De koerswinst die zij als belastingbetaler mislopen komt nu aan hen als privépersoon ten goede. En zij die denken dat bankaandelen nu relatief hoog staan en waarschijnlijk gaan dalen kunnen ook altijd blij zijn. Ze lopen geen risico meer dat ze als belastingbetaler een koersdaling te verwerken krijgen omdat meer optimistische belastingbetalers het risico van hen hebben overgenomen.
Resteert nog één probleem. Er zijn uiteraard belastingbetalers die geen cent te makken hebben en helemaal geen aandelen kunnen kopen als ze zouden willen. Dat lossen we op door de aandelen gratis onder alle belastingbetalers te verdelen. Die kunnen er vervolgens mee doen wat ze willen. Gratis uitdelen is natuurlijk niet gunstig voor de staatschuld maar wel voor de vermogenspositie van de particulieren. En als iedere belastingbetaler even veel aandelen krijgt, ongeacht inkomen en huidig vermogen, bevorderen we heel modieus een minder ongelijke verdeling van bezit. Er is nog een bijkomend politiek voordeel bij deze manier van privatiseren. Als ABN-Amro nu ongeveer 12 miljard waard is, komt dat neer op ongeveer 1.000 per belastingbetaler. Zo kan Rutte toch nog één verkiezingsbelofte gestand doen.
Ewoud Jansen, Econoom en publicist. Twitter: @ewoudjansen