Iemand moet onze oud-bevelhebber aan het verstand brengen dat respect voor jihadistische oorlogsmisdadigers geen recht doet aan de herinnering aan gesneuvelde Nederlandse militairen.
Deze column schrijven wordt een lastige klus. Respect voor de Nederlandse strijdkrachten is mij met de paplepel ingegoten. Mijn vader heeft zijn hele leven in de Koninklijke Luchtmacht gediend en hetzelfde geldt voor mijn oudste broer. De beste vrienden van mijn ouders, mijn ooms, zijn bijna allen jaargenoten van de Koninklijke Militaire Academie. Generaal b.d. Peter van Uhm had één van hen kunnen zijn.
U kent Van Uhms verhaal ongetwijfeld. De generaal was achtereenvolgens commandant der landstrijdkrachten en bevelhebber der strijdkrachten, Nederlands hoogste militaire functie. Op 18 april 2008 nam Van Uhms leven een dramatische wending toen zijn zoon Dennis luitenant bij de landmacht in Uruzgan, Afghanistan werd gedood door een IED, een improvised explosive device, bernbom in het Nederlands. Ondanks dit verlies bleef de generaal in functie, een bewijs van zijn professionaliteit en karakter.
Ontroerend
Precies een jaar geleden verkreeg Van Uhm landelijke bekendheid toen hij een ontroerende speech hield bij de nationale dodenherdenking op de Dam. De generaal vertelde over de motieven die vader en zoon ertoe hadden bewogen te dienen. Hij vertelde over het verlies dat hij voelde toen Dennis sneuvelde en hoe de Dodenherking hem hielp bij het verwerken van dat ongelooflijke verlies. Ik was er diep van onder de indruk. Daarom schrok ik zeer toen ik gisteren las dat Van Uhm gezegd had diep respect te hebben voor Nederlandse vrijwilligers in Syrië en wilde het eigenlijk niet geloven. Helaas, hij zei het echt (in deze knullige, melodramatische draak van een
radiodocumentaire): Laten we blij zijn dat er nog steeds jongelui zijn die bereid zijn om die rol te vervullen Die rol verwijst naar de strijd voor rechtvaardigheid en vrijheid waarover Van Uhm op 4 Mei 2013 sprak. Een rol die volgens de generaal de Syriëgangers uit de Schilderswijk, het Kanaleneiland en Nieuw-West nu vervullen.
Ik vind het moeilijk een vader (en ook nog eens een militair met zon indrukwekkende staat van dienst) die zon intens verlies heeft geleden, terecht te wijzen, maar toch is het nodig dat iemand in zijn omgeving Peter van Uhm vertelt over de jongelui (deze woordkeuze alleen toont hoe ver de generaal verwijderd is van de realiteit van de polderjihadis) die hij zegt te respecteren. Hij schildert hen af als idealistische wereldverbeteraars, moderne verzetshelden, hippies met een Kalasjnikov. Dit is waanzin en ik hoop dat u het mij niet kwalijk neem als ik mij hieronder direct aan Generaal van Uhm richt.
Geachte generaal,
U kunt zich niet erger vergissen! De gedachte dat Nederlandse jihadisten naar Syrië afreizen om de bevolking te helpen tegen een dictator is bespottelijk en gevaarlijk tegelijkertijd. Bespottelijk, omdat het toont hoe weinig aandacht u lijkt te besteden aan hun oorlogsmisdaden. Onthoofden, verkrachten, martelen plunderen - het is het bread and butter van "onze jongens" in Syrië . En sinds kort dus ook zelfmoordaanslagen. De Nederlandse" vrijwilligers melden zich niet bij de gematigde milities van het Vrije Syrische Leger, zij komen praktisch zonder uitzondering terecht bij Al Qaida-filiaal Jabhat al-Nusra of bij ISIS, de Islamitische Staat in Irak en Syrië, een organisatie zo bloeddorstig dat zelfs AQ-leider Ayman al-Zawahiri er afstand van heeft genomen. Het ideaal dat de jihadis nastreven is niet hulp aan het Syrische volk, dat volk is juist het slachtoffer van de obscurantistische wensdroom van hun door de dood geobsedeerde cultus: een zuiver islamitisch kalifaat, waarin geen ruimte is voor democratie, rechtstaat of universele vrijheden. Waarin vrouwen tweederangsburgers zijn die als zij zich aan hun juk willen ontworstelen, worden vermoord (herinnert u zich
Malala Yousafzai nog?). Waarin alleen puur soennisme bestaat en iedere andersdenkende wordt opgeruimd: christen, sjiiet, Alawiet, jood, seculiere "afvallige" en zelfs soennieten die niet recht genoeg zijn in de leer. Ik raad u aan de talloze recruteringsvideo's op het internet te bekijken, Generaal van Uhm. Zij roepen niet op tot hulp aan de Syrische bevolking, maar tot strijd tegen de ongelovigen, tot een heilige oorlog, in een woord: tot jihad.
Ik kan mij niet voorstellen dat u respect heeft voor deze terroristen in de meest zuivere betekenis van het woord, generaal. Hun soort idealisme heeft de 20
e eeuw in een nachtmerrie veranderd. Het bemande de gaskamers in Auschwitz, bewaakte de kampen van de Goelagarchipel en bezaaide de Killing Fields met schedels. En nu drijft het de
koppensnellers in Syrië. Deze "idealististen" verdienen geen enkel respect en zij verdienen het al helemaal niet op één lijn te worden gesteld met Nederlandse militairen die probeerden in Afghanistan een positieve bijdrage te leveren. Hoe weinig daar in de praktijk ook van is terechtgekomen.
Gevaarlijk
Het feit dat een man van onbesproken karakter als u zegt de jihadis te respecteren, juist in een tijd waarin hun oorlogsmisdaden langzaam beginnen door te dringen in de Nederlandse samenleving, is gevaarlijk, want het bevestigt het beeld dat 75 procent van de moslims in ons land al over hen heeft: dat van helden die strijden voor een goede zaak. Gevaarlijk ook omdat beleidsmakers hier toch al geneigd zijn hun ogen te sluiten voor hun misdaden en het gevaar dat zij vormen. (Maar daarover meer in een volgende column.) Als u, Generaal van Uhm, de Syriëgangers al ziet als idealistische jongelui die de wereld proberen te verbeteren, waarom zouden zij dan onderzoek doen naar hun misdaden, waarom hen in de gaten houden, vervolgen, straffen? Iemand moet u vertellen dat niet elk idealisme respect verdient, generaal, het gaat wel degelijk ook om de inhoud van die idealen. U bent vast geen cultuurrelativist die vindt dat ieder ideaal even waardevol is als een ander. Nazis, communisten, jihadisten hoezeer u als man van de daad hun moed ook wilt bewonderen, u mag niet de ogen sluiten voor hun misdadige denkbeelden, laat staan voor hun misdaden zelf. De vrijwilligers in Syrië bestrijden om uw eigen woorden uit de 4 Meitoespraak te gebruiken niet de onmenselijkheid, zij zijn die onmenselijkheid. U bekritiseert mild hun "modus operandi", maar generaal, u zou toch moeten weten dat bij terroristen modus operandi en doel gelijk zijn.
U meent dat over de jihadis (de enige smaak Syriëgangers die wij in Nederland hebben) te gemakkelijk wordt
geoordeeld. Had u hetzelfde gezegd over de Nederlandse SS-vrijwilligers in de Tweede Wereldoorlog? Ik heb nooit het voorrecht gehad uw zoon Dennis te leren kennen, generaal, maar ik ben er heilig van overtuigd dat zijn motieven om bij onze krijgsmacht te dienen en naar Afghanistan te gaan, in niets
niets lijken op die van het Nederlandse jihadistentuig dat Syrië onveilig maakt. Hen veroordeel ik inderdaad met het grootste gemak, voor uw zoon heb ik niets dan respect.
Volg Bart Schut op Twitter en Facebook.