1. Home
  2. Twijfel zaaien als demoniseringstaktiek

Twijfel zaaien als demoniseringstaktiek

Geen categorie18 apr 2014, 17:44
Voorstanders van de 'Europese droom' hebben er een handje van om tegenstanders 'verdacht' te maken, echter zonder zelf met feitelijke argumenten te komen. Zo wordt twijfel gezaaid, een beproefde taktiek.
Een goed voorbeeld hiervan betreft de heikele discussie of het voor een euroland als Nederland wel zo verstandig is om lid te blijven van die eurozone of idem dito voor een EU-land als Groot-Brittannië om lid te blijven van een verband, dat zich immers nadrukkelijk heeft ontpopt als een Schuldenunie in plaats van een efficiënt functionerende Interne Markt, waarvoor zij ooit is opgericht. Dit zijn natuurlijk zaken, die zeker met het oog op de aanstaande Europese verkiezingen, de vorming van een nieuwe Europese Commissie en de benoeming van een nieuwe voorzitter van de Europese Raad, uiterst relevant en uiterst actueel zijn.
Het is dan vanzelfsprekend van belang, dat de kiezer op een juiste en eerlijke manier wordt voorgelicht over de gang van zaken, los van enig (politiek of zakelijk) belang. Verreweg de meeste media verkondigen echter een pro-euro en een pro-EU geluid. Helemaal bont wordt het natuurlijk, als er personen of instanties zijn, die zich voordoen als zijnde 'objectieve waarnemers', maar in werkelijkheid pro-EU propagandisten zijn. Onder het mom van 'feiten' worden 'meningen' geventileerd. Goed voorbeeld hiervan was 'Europa en de feiten' van VNO-NCW in samenwerking met MKB Nederland en LTO Nederland. In mijn boek 'Het Eurobedrog' worden de meeste van die 'feiten' ontmaskerd als 'meningen'.
De eurorealist wordt 'verdacht' gemaakt door hem een eurofoob predikaat op te plakken. Dit komt helaas veelvuldig voor, een bijzonder effectieve manier om twijfel te zaaien over de objectiviteit van de argumenten. Een uitstekend voorbeeld hiervan zijn de rapporten van Lombard Street en Capital Economics, die in opdracht van de PVV werden vervaardigd en daarom direct een stempel opgeplakt kregen van 'niet objectief' en 'eurosceptisch', alsof dat laatste een besmettelijke ziekte is. Het kwalijke gevolg daarvan is echter, dat een serieus en diepgaand debat niet van de grond komt. Maar dat was dan ook niet de bedoeling.
Als we de feiten over de aanloop naar de euro en de gevolgen daarvan eens op een rijtje zetten, dan wordt onmiskenbaar duidelijk, dat de invoering van deze munt een louter politiek motief heeft gediend, maar ook dat het ook ons land kapitalen heeft gekost en dat 'doormodderen' nog veel meer gaat kosten. Er is dus alle reden om de vraag te stellen of het nog wel loont om als land lid te blijven van deze Schuldenunie. Laten we maar eens beginnen met de belangrijkste feiten.
Feit 1: De invoering van de euro was een politiek besluit
De Italiaan Romano Prodi, ten tijde van de besluitvorming over de invoering van de euro voorzitter van de Europese Commissie, zei nog in 2012 in een interview voor Euronews, dat de euro een politiek project was. Want één munt- en rentestelsel voor zulke sterk divergerende economieën kon natuurlijk maar op één ding uitdraaien: een totale financiële chaos. Ik citeer de heer Prodi:

"De moeilijke momenten waren voorspelbaar. Toen we de euro creëerden, was mijn bezwaar als econoom (en ik besprak dit met Kohl en met alle andere staatshoofden): hoe kunnen we een gemeenschappelijke munt hebben zonder gedeelde financiële, economische en politieke pijlers?"

En Kohl's antwoord was even voorspelbaar als duidelijk:

"Voor nu hebben we deze sprong voorwaarts gemaakt. De rest zal volgen".

Dit wordt bevestigd door de 'éminence grise' van de Duitse (monetaire) economie, professor Roland Vaubel in een interview met EJW (Economic Journal Watch) uit januari 2013.  Vaubel:

"There was no economics behind the decision in December 1989 to start with a European monetary union. In fact, I did an analysis along the lines of optimum currency area theory, looking at the long-term real exchange rate changes between the member states, and they had been larger in the late ’80s than they had been in the early ’80s."

Geen enkele 'economische rationale' dus. Dat werd drie jaar geleden nog bevestigd door de Duitse minister van Financiën, Wolfgang Schäuble, ik citeer hem uit The New York Times van 18 november 2011:

"We can only achieve a political union if we have a crisis."

Veel duidelijker kan men het niet zeggen. De euro is dus ingevoerd om versneld een politieke integratie af te dwingen.
Feit 2: Er is op voorhand nadrukkelijk gewaarschuwd tegen de gevolgen van de invoering van de euro
Zowel genoemde professor Vaubel, als de leden van de Optica Groep, een illuster gezelschap van top-economen aan wie de EC advies had gevraagd over een eventuele invoering van een gemeenschappelijke munt, kwamen tot de conclusie dat de eurozone geen optimaal valutagebied was en een invoering van een gedeelde munt alleen dan succesvol kon zijn, indien zij parallel aan de bestaande nationale munten zou worden ingevoerd. Mind you, we spreken hier over 1975! Uit het financiële archief van de Commissie, uit 1975, een enkele quote:

"National orientated monetary policies should remain in tact, to avert 'accidents' such as national economical crisis and national mass unemployment. And an European central bank (...) should be independent similar to the independence of the German Bundesbank."

Deskundige economen onderkenden dus toen al de kwalijke gevolgen die een one-size-fits-all munt zou hebben voor Europa. Daarom pleitten zowel de Optica Group als professor Vaubel ervoor om de Europese gemeenschapsmunt in te voeren parallel aan nationale munten en benadrukten het belang van een politiek onafhankelijke centrale bank, naar het voorbeeld van de Duitse Bundesbank. Uit hetzelfde rapport:

"The European parallel currency would circulate in each member country as legal tender in the same way as the national currencies and individuals would decide how to divide their assets between the two currencies."

Elke monetaire econoom met kennis van zaken van de Optimal Currency Area Theory heeft voorspeld wat er zou gebeuren met die one-size-fits-all euromunt-unie: Bernard Connolly, Martin Feldstein, Sir Michaël Butler, maar recenter ook spijtoptanten als professor Henkel en professor Heisbourg, de lijst is eindeloos. Maar -zoals wel vaker- de politiek wilde niet luisteren.
Feit 3: De conversiekoers van de gulden naar de euro was te goedkoop
Het is een feit dat de gulden vóór conversie naar de euro fors gerevalueerd had moeten worden en wel met méér dan tien procent. In plaats van Hfl. 2,20 had de ruilverhouding Hfl. 1,95 moeten zijn. Er is door de Europese politiek ten onrechte een voor Nederland economische noodzakelijke revaluatie van de NLG tegengehouden, waardoor er aan de Nederlanders een groot stuk welvaart is ontnomen, waarop Nederland economisch én juridisch aanspraak maakte. Dit welvaartsverlies is bovendien structureel van aard en zorgt voor blijvende schade aan onze economie. Men kan het hele verhaal over de omwisselkoers van de gulden naar de euro in detail lezen op de website wisselverlies.nl.  Wat zou er in Nederland ‘economisch’ gebeurd zijn als de gulden in 1998 wél met 13% was gerevalueerd? Dan zou de spanning van de onevenwichtigheid van de véél te goedkope gulden tussen Nederland en het buitenland direct zijn verdwenen. Dan zou de evenwichtsherstellende import van inflatie uit het buitenland niet zijn opgetreden. Let wel, deze inflatie import uit het buitenland zorgde voor werkelijk bovenmatige prijsstijgingen in Nederland ten opzichte van de rest van de eurozone, zowel in de consumenten- als in de producentenprijzen tussen 1999 en 2005. Simpelweg feiten.
Feit 4: De middenklasse in de eurozone wordt weggevaagd
In een rapport van het Institute of International Finance, in samenwerking met consultant Bain & Co, wordt een alarmerend beeld geschetst over het verdwijnen van de middenklasse in Europa. Dat is de prijs die de Europese natie staten dienen te betalen voor de Europese elite droom van 'Alle Menschen werden Brüder', met de eenheidseuro als exponent. Dat rapport schetst een ontluisterend beeld over de toekomst van Europa. Door de roekeloze kredietverlening van banken aan economisch zwakke eurolanden en door uitgebreid te pokeren met afgeleide financiële producten is de Europese bankensector veranderd in één grote zombiebank. Het gevolg daarvan is dat het geld op is, er dus geen krediet kan worden verstrekt aan de motor van de economie -het middenbedrijf- en de economieën tot stilstand zijn gekomen. Alleen Duitsland exporteert, dankzij hooggekwalificeerde producten en natuurlijk door de voor dat land véél te goedkope euro, nog wat naar landen buiten de eurozone, maar ook die motor dreigt vast te lopen door het desastreuze one-size-fits-none beleid. Maar niet alleen het IIF, maar zelfs het Internationale Rode Kruis heeft eind vorig jaar alarm geslagen.  Een citaat uit het rapport:

"Europa glijdt af naar een lange periode van toenemende armoede, massale werkloosheid, sociale uitsluiting, extreme ongelijkheid en collectieve wanhoop. Dit alles is het resultaat van de gestrenge besparingspolitiek die als antwoordt geldt op de schulden- en muntcrisis van de voorbije vier jaar".

Dat is harde, maar ook duidelijke taal. Men voegt er nog aan toe:

"Terwijl andere continenten er in slagen de armoede in te dijken, neemt die in Europa toe. De langetermijngevolgen van deze crisis moeten zich nog manifesteren. De problemen zullen decennialang voelbaar zijn, zelfs indien de economie zich herstelt in de nabije toekomst. We beseffen als continent niet wat ons is overkomen".

Dit zijn dan nog maar enkele feiten, de lijst kan schier eindeloos worden aangevuld: van het aan de laars lappen van de afspraken uit het Verdrag van Maastricht (de no bail out clausule) tot aan de leugen dat de euro ons welvaart heeft gebracht. Deze column zou veel en veel te lang worden om alle leugens en halve waarheden, die door de euro gelovigen zijn en worden gedebiteerd aan de kaak te stellen. Dat heb ik gedaan in mijn boek 'Het Eurobedrog'.
Klik hier voor een overzicht van mijn columns en volg mij hier op Twitter.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten