De verkiezingsdebatten zijn een treurige poging om een Europees gevoel van gemeenschap te creëren. Dat gevoel is er niet en komt er niet.
"The First European Presidential Debate." Je zou denken dat het een heel evenement betreft en half Europa aan de buis zit gekluisterd, net als wanneer er presidentsdebatten in Amerika zijn. In werkelijkheid hebben verreweg de meeste Europeanen het debat gemist. Sterker, de meeste Europeanen kennen de drie heren en dame die op het podium stonden helemaal niet. In het buitenland is er al helemaal niet naar gekeken.
Vreemd is dat niet, want de Europese verkiezingen zijn niet te vergelijken met de Amerikaanse. Europeanen kiezen volgende maand geen president, maar leden van het Europese Parlement. De zogenaamde presidentskandidaten zijn in werkelijkheid de leiders van de grootste blokken in dat parlement. Het Europese Parlement kiest weliswaar de voorzitter van de Europese Commissie, maar niet voordat die achter gesloten deuren is aangewezen door de regeringsleiders. Het is dus goed mogelijk dat geen van de vier het wordt.
Dat zou geen schande zijn. In de eerste plaats neemt de kans dat dit toneelstukje over vijf jaar weer wordt opgevoerd dan af. Bovendien zou duidelijk worden gemaakt dat het primaat in de Europese Unie nog altijd bij de lidstaten ligt, niet bij een Europees Parlement dat grotendeels wordt bevolkt door federalisten die bepaald niet de publieke opinie in Europa vertegenwoordigen.
De 'Verenigde Staten van Europa' zijn voor een enkeling wellicht de heilstaat, maar nog bepaald geen realiteit. De nationale parlementen en de regeringen die daaruit voortkomen genieten meer legitimiteit dan het direct-gekozen Europarlement. Europa is immers een verzameling van natiestaten, geen federatie, laat staan een staat.
Toch proberen 'ze' in Brussel een Europese identiteit of een een gevoel van lotsverbondenheid te creëren tussen de Europese volkeren. Er is een Europees volkslied, een Europese vlag, een Europese munt en nu Europese presidentsverkiezingen. Het is niet toevallig dat al deze symbolen vooral van de Amerikanen zijn afgekeken. Die leven immers in een statenverband waarbinnen iedereen zich Amerikaans voelt. Dat willen de Europese federalisten ook.
Dat gevoel komt er echter niet door de Europeanen een volkslied, een vlag, een munt en verkiezingen door de strot te duwen. Zulke 'nationale' symbolen komen juist voort uit een gemeenschapsgevoel. De Nederlanders voelen zich een volk, daarom hebben we een volkslied, een vlag, ooit een munt en nog wel eigen verkiezingen. Niet andersom.
Toegeven, iedere Europese identiteit is versterkt door symbolen en verbanden die van bovenaf zijn opgelegd. Maar die werden alleen geaccepteerd omdat er al een vorm van natie bestond. Het is niet mogelijk een Europees nationalisme te boetseren door maar te doen alsof er een Europese natie is. Het feit dat vrijwel niemand enthousiast wordt van een Europees presidentsdebat is daarvan het zoveelste bewijs.