De Belgische econoom Bernard Lietaer pleit voor de invoering van alternatieve muntsystemen, die meer recht doen aan locale verschillen. Feit of fictie?
De idee van locale of regionale munten is natuurlijk niet nieuw, sterker, in het (verre) verleden was dit eerder regel dan uitzondering. Met de invoering van de euro is de Europese Centrale Bank (ECB) als enige verantwoordelijk voor de uitgifte van eurobiljetten. Daar zitten allerlei efficiëncy voordelen aan, maar ook aperte nadelen, zoals we zien met de eurocrisis. Zijn de ideeën van Lietaer grote onzin of zit er wat in?
Theoretisch is het zeker geen onzin, temeer niet daar veel mensen veel producten regionaal of tenminste binnen hun landsgrenzen kopen. Maar doordat de invloed van grote, multinationale bedrijven, die belang hebben bij zo min mogelijk wisselkoers risico's, steeds groter en groter wordt, zie je in de praktijk een omgekeerde trend. Grote bedrijven als Unilever of Heineken of Akzo of DSM of Philips, om enkele multinationals van nationale bodem te noemen, laten veel van hun producten elders in de wereld maken. Hun valuta perikelen beperken zich momenteel voornamelijk tot de euro-dollar wisselkoers en we hebben aan de kwartaalcijfers van die multi's kunnen zien dat zij momenteel valutaire tegenwind hebben door de sterke euro. Die euro is zo sterk doordat Draghi (ECB) het risico van de financiering van eurozone lidstaten heeft weggenomen met zijn fameuze 'we will do everything to preserve the euro' uitspraak van september 2012.
Maar nu weer terug naar Lietaer, wat is zijn boodschap?
Het toekomstbeeld dat Lietaer schetst is allesbehalve positief, sterker, volgens Lietaer zal de staatsschuld door de vergrijzing binnen 30 jaar verdriedubbelen en offert de EU gewoon een hele generatie op om de euro te redden:
"Ja, de vergrijzing is nog maar goed begonnen, en er zijn massale investeringen nodig voor de vernieuwing van ons energiesysteem. Als we onze samenleving relatief menselijk willen blijven inrichten, zijn er dus heel wat middelen nodig. Er zijn natuurlijk ook andere oplossingen denkbaar: we kunnen een hele generatie laten wegkwijnen. Dat is wat men van plan is om het hele systeem overeind te houden. Alleen al door de vergrijzing gaan we op korte termijn naar een verdubbeling van de staatsschuld, en binnen dertig jaar wordt dat een verdriedubbeling. Dat zijn niet mijn cijfers, maar die van de club van centrale banken, de Bank for International Settlements. Hebben we daar iets over gelezen in de pers? Het is naïef te denken dat we dit probleem kunnen oplossen door enkele jaren langer te werken, alsof het om een probleempje in de marge ging."
Ook de onmenselijke crisis-aanpak van de troika in Zuid-Europa wordt hard veroordeeld.Tegelijkertijd waarschuwt Lietaer dat zijn geboorteland België op termijn hetzelfde te wachten staat bij voortzetting van het huidige beleid. Lietaer:
In België moet het (de grote financiële uitpersing, red.) nog beginnen. Wat dat betekent, moet je maar eens aan de Grieken of de Spanjaarden vragen. Zij leggen het je wel uit. Er voltrekt zich een financiële uitpersing in onze directe omgeving, binnen de Europese Unie.
Lietaer vreest zelfs dat er straks helemaal geen geld meer over is om de pensioenaanspraken van het groeiende aantal pensionado's te bekostigen en ziet absoluut geen heil in de oplossing waar de financiële sector mee aankomt: privatisering. Lietaer zegt hierover:
Misschien zal er van een pensioen zelfs helemaal geen sprake meer zijn. De financiële sector heeft een antwoord klaar: een totale privatisering. In Chicago heeft de stad alle 36.000 parkeerautomaten verkocht aan een privébedrijf, waardoor de parkeerprijs tot vijf keer duurder werd en de stad een hoop geld misliep.
De oplossing die Lietaer voorstaat begint met een andere manier van denken over 'geld'. Het huidige systeem creëert schaarste. Dat komt doordat banken rente willen hebben als er geld wordt uitgeleend. Een ton nu is over twintig jaar twee ton. Dat dwingt bedrijven en particulieren tot competitie en wie het niet redt gaat failliet. Dat kan ook anders volgens Lietaer. Geld moet sowieso renteloos zijn en er moet precies zoveel van gedrukt worden als 'toereikend' is voor het aantal uren dat er gewerkt is. Wie denkt 'wat is dit voor wereldvreemde communist?' wil ik er op wijzen, dat samengestelde interest in combinatie met fractioneel bankieren tot een oneindige geldhoeveelheid leidt met alle waardeverminderingseffecten vandien. Renteloze gelduitgifte is dus niet wereldvreemd. Waar het probleem schuilt is de vergoeding die de geldverstrekker wil hebben voor het risico dat het geld niet wordt terugbetaald. Lijkt logisch toch? Punt is alleen, dat als de overheid (en dat zijn wij allemaal) monopolist is op het gebied van geldcreatie, je je af kunt vragen hoe logisch het is dat die overheid rente berekent over geld wat in principe 'van ons allemaal' is. Uiteraard moeten we betalen voor de kosten die de overheid maakt, maar dat doen we al via verschillende belastingen.
Mijn grootste bezwaar tegen dit idee van Lietaer is niet de renteloosheid van geld, maar het ontmoedigen van competitie tussen individuen en bedrijven. Volgens Lietaer komt competitie voort uit de creatie van rentedragende schulden, maar dat standpunt vind ik veel te marginaal. Lietaer:
Rente zorgt ervoor dat mensen gaan wedijveren, en bestraft diegenen die daar niet in slagen met een faillissement. Dat demotiveert mensen om samen te werken. Daarom ben ik ook zo sterk gekant tegen een monopolie van een competitieve munt. Een tegengewicht is noodzakelijk. De negen voorbeelden van alternatieve munten in mijn nieuwe boek zijn rentevrij, omdat ze dan complementair zijn aan munten als de euro, geschapen door de banken.
Het lijkt me dat niet 'rente' mensen aanzet tot competitie, maar de wens om een zinvol bestaan te hebben, bezit te verwerven en vermogen op te bouwen. Als je een samenleving hebt zoals de Westerse, die gebaseerd is op winstmaximalisatie en individuele vrijheid, dan lijken me deze ideeën van Lietaer slecht daarmee te verenigen, maar misschien zie ik iets over het hoofd? Maar volgens Lietaer kunnen de verschillende systemen heel goed naast elkaar bestaan, want complementair:
Dat kan zeker. Kiezen voor complementariteit is deels een tactische keuze, maar in de eerste plaats een filosofisch principe. En een competitief systeem blijft noodzakelijk. Denk aan het Sovjetsysteem, dat competitie volledig uitschakelde. Ik wens het je niet toe om in zon systeem een computer te kopen of op restaurant te gaan. In sommige sectoren heb je competitie nodig, en in andere coöperatie. Het is onzinnig om het ene monopolie te wisselen voor het andere."
Dit is allemaal leuk en aardig, maar hoe Lietaer de praktische werking voor zich ziet blijft voor mij vooralsnog onduidelijk. Wie beheert dit alternatieve systeem? De gemeente? Wie bepaalt de wisselkoers? Wie neemt de beslissingen? Enzoverder. Gelukkig beseft Lietaer ook dat er nog het nodige theoretische denkwerk verricht moet worden:
Wel moet er nog heel wat theoretisch werk verzet worden rond de governance van complementaire munten."
Hoe dan ook, het is positief dat er weer eens op een andere manier tegen geld en de rol van centrale banken en de overheid bij geldschepping aangekeken wordt. Want we kunnen in elk geval de conclusie trekken dat het huidige stelsel niet de verwachtingen heeft waargemaakt die men beloofde. Eerder het tegendeel.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.