Hennis en Plasterk hielden herkomst telefoontaps verborgen
Eerlijkheid duurt het langst.
Hoewel premier Mark Rutte ervan uit zegt te gaan dat minister Plasterk het debat van aankomende dinsdag overleeft, begin ik daar langzaam maar zeker aan te twijfelen. Vandaag is namelijk bekend geworden dat zowel hij als minister Hennis, van Defensie, al enkele maanden op de hoogte waren van de feiten inzake de 1,8 mijloen afgetapte (of eigenlijk: opgeslagen) telefoontjes.
De kabinetsbrief over 1,8 miljoen telefoongegevens, die deze week voor zoveel opheft heeft gezorgd, is gebaseerd op eerder onderzoek door technische experts van de militaire inlichtingendienst MIVD en medewerkers van de NSA. Eind vorig jaar is de conclusie daarvan al bekendgemaakt aan minister Hennis van Defensie en Plasterk van Binnenlandse Zaken.
De krant voor Wakker Nederland baseert zich daarbij op dit verhaal in het NRC Handelsblad. Die krant legt uit waarom Plasterk, ondanks waarschuwende woorden van Hennis, toch sterke uitspraken deed over de NSA:
Bronnen in Den Haag hebben tegenover deze krant uitleg gegeven voor de door Plasterk gekozen opstelling in dit dossier. Volgens deze bronnen hebben PvdA-kopstukken er ten tijde van de eerste berichten over vergaarde data in Nederland bij Plasterk op aangedrongen, niet de indruk te wekken dat Nederland medeverantwoordelijk is voor NSA-achtige praktijken.
Met andere woorden, Plasterk en co. zagen dit niet als een serieuze affaire waarover je het parlement op een eerlijke en volledige manier moet informeren, maar als een politiek spelletje. Toegeven dat Nederland erbij betrokken was zou mogelijk voor slechte publiciteit zorgen, waardoor de populariteit van de PvdA nog verder zou afnemen. Blijkbaar wilden de sociaaldemocraten dat risico niet nemen, zo kort voor de gemeenteraads- en Europese verkiezingen.
Leuk voor de PvdA, maar voor de Tweede Kamer moet dit reden genoeg zijn om Plasterk weg te sturen. VVD-bewindsman Frans Weekers moest er eerder al aangeloven, onder meer doordat gedoogpartijen D66, de ChristenUnie en de SGP geen vertrouwen meer in hem hadden. Datzelfde dient nu te gelden voor de PvdA-minister van Binnenlandse Zaken. Anders dan Weekers is hij weliswaar niet incompetent, maar wél oneerlijk. En eigenlijk is dat vele malen erger.
