Gemeenteraden komen maar moeilijk aan leden. Des te meer reden om gemeenten samen te voegen.
Nieuwsuur berichtte gisteren dat lokale politieke partijen moeite hebben voldoende kandidaten te vinden voor de gemeenteraad. Vooral in kleine gemeenten, met minder dan vijftigduizend inwoners, is er weinig animo voor een bijbaantje in de raad. Er zijn zelfs partijen die dit jaar niet aan de gemeenteraadsverkiezingen kunnen deelnemen, omdat ze te weinig mensen hebben.
Collega Frank beklaagde zich er vanmorgen al over. "Stemmen doen we allemaal graag, maar als van ons een actievere en meer betrokken rol bij de lokale politiek wordt gevraagd, dan geven we massaal niet thuis," schreef hij. "We willen wel kankeren op de politiek, maar meedoen, ho maar."
Hetzelfde geldt volgens mij voor de maatschappelijke weerstand die altijd lijkt te ontstaan wanneer er plannen zijn om gemeenten (of provincies) samen te voegen. De bevolking vreest dat de 'lokale identiteit' wordt aangetast wanneer het gemeentehuis naar het drop verderop verhuist. Gelukkig gaan dergelijke plannen over het algemeen gewoon door. Maar de kritiek doet wat hypocriet aan wanneer vervolgens bijna niemand in dezelfde gemeenten in de raad wil zitten. Er zijn veel burgers die het bestuur dichtbij willen houden, maar niet bereid zijn zelf de politiek in te gaan om dat mogelijk te maken. Tja. Het is het een of het ander.
Uit de reportage van Nieuwsuur bleek verder dat het aan de kennis van zaken van (aspirant) gemeenteraadsleden nogal schort. Zelfs in een grote gemeente als Rotterdam schijnen maar drie raadsleden echt goed op de hoogte te zijn van de financiën van de stad. In kleinere gemeenten is het des te treuriger gesteld met de expertise van de raadsleden. Het is ook niet reëel te verwachten dat in elk van de 403 gemeenten in ons land niet een, maar meerdere raadsleden de nodige kennis en ervaring in huis hebben om het college van burgemeester en wethouders grondig te controleren. Gevolg? Geldverspilling en besluiten die op amateuristische wijze worden genomen.
Dat wordt vanaf volgend jaar nog een groter probleem, omdat dan meer taken naar de gemeenten worden overgeheveld. Zij worden verantwoordelijk voor onder meer de uitvoering van de AWBZ en de Jeugdzorg. Gaat dat wel goed in gemeenten met enkele tienduizenden inwoners waar de raadsleden vooralsnog nauwelijks verstand van beide zaken hebben? Ik vraag het me af.
Des te meer reden om gemeenten te blijven fuseren. Een grote gemeente heeft de capaciteit om al die taken goed uit te voeren en de kans dat de nodige kennis dan in de raad aanwezig is om op te uitvoering toe te zien, neemt toe.
Tenzij enkele duizenden criticasters van fusieplannen zich nog voor maart verkiesbaar stellen.