Het is kiezen of delen.
Zoals vaste lezers van De Dagelijkse Standaard weten is het alweer een week of wat behoorlijk onrustig in Turkije. De nieuwe controverse werd in gang gezet doordat twee voormalige islamistische bondgenoten - Erdogan en de prediker Fethullah Gülen - elkaar de oorlog verklaarden. Zo besloot de premier om private scholen die jongeren voorbereiden op de zware universiteitsexamens in Turkije te sluiten. Vervelend voor Gülen, aangezien veel van die scholen in handen van hem zijn.
De Gülen-beweging sloeg terug door Erdogan publiekelijk te bekritiseren. De vlam sloeg helemaal in de pan toen aanklagers (van wie gedacht wordt dat ze banden hebben met Gülen) verschillende zonen van ministers en aan de AKP-gelieerde zakenmannen arresteerden wegens massacorruptie.
Sindsdien hebben veel media de onrust van nu eerst en vooral voorgesteld als een machtsstrijd tussen Gülen en Erdogan. Interessant, misschien zelfs tot de verbeelding sprekend, maar helaas strookt het niet helemaal meer met de werkelijkheid.
Op dit moment gaat staat er namelijk veel meer op het spel dan de vraag wie het voor het zeggen heeft binnen de AKP. De situatie is zo ver uit de hand gelopen dat Turkijes seculiere, democratische systeem op het spel staat.
Erdogan heeft iedereen de oorlog verklaard. Hij gaat nu zelfs zo ver om de rechterlijke macht ervan te beschuldigen heimelijk een (zachte) coup voor te bereiden. Dit omdat de Raad van State hem terugfloot toen het kabinet een wet aannam die duidelijk in strijd is met de grondwet. Volgens de premier is dat onacceptabel: hij heeft de verkiezingen gewonnen en dus bepaalt hij wat wel en niet legaal is.
Deze visie op democratie leidt er toe dat de leider van de grootste partij in het parlement feitelijk een alleenheerser wordt, die zich niets hoeft aan te trekken van de gebruikelijke checks and balances. De idee dat een democratische staat altijd gepaard dient te gaan met een rechtsstaat is Erdogan op zijn best onbekend en op zijn slechtst een gruwel.
Dat verklaart ook meteen waarom journalisten die de overheid zowaar kritisch durven te volgen massaal worden ontslagen en zelfs opgesloten, waarom Erdogan normale oppositiepartijen tot 'verraders' bestempelt, en waarom hij politieagenten die hun werk doen ontslaat. In Erdogans ogen is hij de Turkse staat. Een ieder die zich tegen hem verzet, verzet zich tegen Turkije en verdient de zwaarst mogelijke straf.
Turkije is op een zeer gevaarlijk kruispunt beland. Als Erdogan dit overleeft is hij niet langer te stoppen en zal Turkije haar ware democratische karakter permanent verliezen. Er is dan namelijk niets of niemand meer die hem ook nog maar een beetje tegengas kan geven.
Het valt te hopen voor Turkije zelf én voor het westen dat dit scenario voorkomen wordt. In 2014 vinden er presidentsverkiezingen en lokale verkiezingen plaats. Daarnaast verwachten velen dat de landelijke verkiezingen die gepland staan voor 2015 volgend jaar al worden gehouden omdat Erdogan vreest dat, hoe langer hij wacht, des te lastiger het voor hem wordt om weer op grootse wijze te winnen. Indien dat geval is, is volgend jaar misschien wel het belangrijkste jaar sinds de Turkse Republiek werd uitgeroepen in 1923.