Het Arabische Lente-kamp lijdt aan een obsessie met foute dictators. Stuur ze weg en de mars naar de democratie kan beginnen. Zo verdwijnt uit beeld dat anarchie minstens zo gevaarlijk is.
"De Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, Hoshiyar Zebari, wijst de inzet van Amerikaanse drones tegen terreurgroep al-Qaeda niet af." Het is een opmerkelijk
bericht. Want was het niet juist de bedoeling dat de Amerikanen Irak zo snel mogelijk verlieten? Daarmee zouden we eindelijk het tijdperk-Bush afsluiten.
De oproep van de Iraakse minister getuigt van stevige dosis realisme. En dat is hard nodig, want telkens weer doemt diezelfde valkuil op. Verlos een land van zijn dictator en de enkele reis richting liberale democratie kan beginnen. Dat het zo niet werkt, zagen we begin deze eeuw in Irak. Saddam Hoessein verdween en prompt begonnen sjiieten en soennieten elkaar de tent uit te vechten.
Lhistoire se répète. Het werd 2011 en in op het Arabische schiereiland kwamen alleenheersers onder vuur te liggen die jaren, soms decennia, met ijzeren hand hadden geregeerd. Exit Hosni Moebarak (Egypte) en Moammar al-Qadhafi (Libie). In recordtijd werd de term Arabische Lente gemunt. Maar nog sneller werd zij tot een misplaatst vignet gemaakt, een product van wishful thinking. De liefde voor de democratie bleek toch niet zo groot. Waar dictators waren afgezet, braken (semi)burgeroorlogen uit.
De obsessie met foute dictators leidt dikwijls tot een blinde vlek voor een gevaar dat minstens zo groot is: anarchie - of de 'oorlog van allen tegen allen', zoals de Engelse filosoof Thomas Hobbes het 350 jaar geleden zei. Voor mooie vergezichten geen plaats in zijn hoofdwerk Leviathan (1651). Dit boek is de ultieme koude douche voor het Arabische Lente-kamp. Het laat namelijk zien dat verdrijving van boosaardige heersers niet zomaar een eerste stap is op weg naar de democratie. Want, zoals Hobbes zegt, bij afwezigheid van een sterke overheid die de orde handhaaft, is het leven 'eenzaam, arm, onaangenaam, bruut en kort'.
Nu wordt ook het frontispice van Leviathan duidelijk. We zien een reusachtige koning - Leviathan - die uitkijkt over uitgestrekte landerijen, zijn rijk. In zijn rechterhand houdt hij een gigantisch zwaard. Er kan geen misverstand over bestaan wat de kerntaak van de overheid is. Ze is een superscheidsrechter die maatschappelijke conflicten beslecht voordat die ontaarden in een burgeroorlog.
De militante retoriek die uit deze beeldtaal spreekt, is even schrikken voor ons. Als West-Europeanen zijn we gewend zijn aan de zachtaardige verzorgingstaat die voor iedereen een aai over de bol over heeft. Maar Hoshiyar Zebari, Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, zal zonder twijfel met grote instemming naar het frontispice kijken. Luister maar naar zijn noodkreet: "Irak kan terroristen niet meer aan." Hij heeft het wel even gehad met al die mijmeringen over een Arabische Lente en meer vrijheid. In zijn land staat momenteel de maatschappelijke orde op het spel. Wat dat betreft zijn de Amerikaanse drones waar hij om vraagt niets anders dan de 21e eeuwse opvolgers van het zwaard van Leviathan.
Meer lezen van Sebastien Valkenberg? Ga naar zijn website Ad fontes.