Eerst een woord van orde vooraf. In verband met mijn redactie werkzaamheden voor DDS Finance en andere schrijfbezigheden zal ik met ingang van deze week enkel nog op maandag, woensdag en vrijdag voorpagina stukken publiceren.
Vandaag een nieuwe aflevering van 'dossier Duitsland'. Vorige week heb ik het gehad over Merkel's CDU. Deze keer wil ik iets meer vertellen over de sociaal-democraten, de SPD. Deze partij is de tweede partij van Duitsland en de lijsttrekker voor de komende verkiezingen is Peer Steinbrück. En ik wil iets meer vertellen over het Duitse kiesstelsel en de Duitse staatsinrichting in het algemeen.
De SPD, zeg maar de Duitse partij van de arbeid, mag dan niet de grootste partij van Duitsland zijn, zij is wel de oudste. Haar rechtsvoorgangers dateren al van 1863. Sinds 1891 heet de partij SPD (Socialdemokratische Partei Deutschlands). Haar oorspronkelijke wortels liggen bij het vroege (utopisch) socialisme van de Vormärz, de anti-liberale beweging tussen pakweg 1815 en 1848; tegenwoordig is het een doorsnee sociaal-democratische partij, die haar ledenaantal sedert 1976 gehalveerd heeft gezien van 1 miljoen naar iets meer dan 500.000, maar daarmee nog steeds één van de grootste sociaal-democratische partijen in de wereld is.
De keuze voor Steinbrück als lijsttrekker bij de komende verkiezingen is opvallend. Kort na de bekendmaking, op 28 september vorig jaar, kwam deze nog in opspraak door een artikel in het weekblad Der Spiegel waarin gewezen werd op zijn (forse) neveninkomsten, naast zijn toch al meer dan behoorlijke beloning als politicus ( 12.000 per maand). Volgens Der Spiegel schnabbelde Steinbrück in vier jaar tijd dik acht ton bij elkaar via commissariaten en in het lucratieve lezingen circuit. Maar binnen de partij geldt hij als een pragmatisch politicus, die in staat is om coalities te smeden en in stand te houden. En als de recente peilingen ook bewaarheid worden, dan zou dat pragmatisme van Steinbrück er zomaar voor kunnen zorgen dat de SPD de volgende regeerperiode gewoon samen met de CDU weer ein Grosse Koalition vormt.
Dan het Duitse kiesstelsel en staatsinrichting. Anders dan in Nederland kent Duitsland geen koning als staatshoofd, maar een bondspresident, niet te verwarren met de bondskanselier. De bondspresident heeft nauwelijks politieke macht, die berust bij de bondskanselier. Duitsland is een federale staat, bestaande uit 16 deelstaten. In tegenstelling tot Nederlandse provincies hebben die zestien deelstaten in Duitsland een eigen regering en op veel terreinen een eigen beleid. De bondsregering heeft ook niet op alle terreinen zeggenschap. De Bundesländer kunnen op het gebied van onderwijs,natuurbescherming, waterhuishouding, gezondheidszorg,culturele zaken en de media (pers, radio en televisie), hun eigen beleid bepalen. Als afstemming tussen de verschillende deelstaten nodig is, dan worden staatsverdragen afgesloten. De deelstaten spreken dan af allemaal eenzelfde wet aan te nemen.
De deelstaten moeten uiteraard wel binnen de wettelijke kaders blijven van de bondsregering. Bovendien zijn er beleidsterreinen waar ze geen formele invloed hebben, zoals de buitenlandse politiek, defensie, spoorwegen en (een deel van) de belastingen. Op enkele terreinen zijn de bondsregering en de regeringen van de deelstaten samen verantwoordelijk. Dit is onder meer het geval op het gebied van strafrecht, vreemdelingenbeleid, woningbouw en milieuwetgeving. Als er een conflict ontstaat tussen de deelstaten en de federale regering over de bevoegdheden dan kan het Bundesverfassungsgericht hierover een besluit nemen. Dat Bundesverfassungsgericht toetst ook of het regeringsbeleid wel voldoet aan de Duitse grondwet (zoals recent met het ESM Verdrag).
Van de deelstaten vormt Beieren een status aparte. Niet alleen heet de CDU daar CSU, die partij is ook al decennialang aan de macht in de rijke bondsstaat. De andere deelstaten zijn: Baden-Württemberg, Berlijn, Brandenburg, Bremen, Hamburg, Hessen, Mecklenburg, Nedersaksen, Nordrhein-Westfalen, Rijnland-Pals, Saarland, Saksen, Saksen-Anhalt, Sleeswijk-Holstein en Thüringen.
De Trias Politica in Duitsland is als volgt ingericht:
- wetgevend: de Bondsdag en de Bondsraad (de vertegenwoordiging van de deelstaten);
- uitvoerend: de Bondsregering en bondskanselier;
- rechtsprekend: het Bundesverfassungsgericht en de rechterlijke macht in het algemeen.
De Bondsdag wordt door het Duitse volk om de vier jaar gekozen en is te vergelijken met de Nederlandse Tweede Kamer. De belangrijkste taken van de Bondsdag zijn: de wetgeving, het controleren van de regering en het kiezen van de bondskanselier. Hiernaast kiest de Bondsdag andere belangrijke staatsorganen zoals de rechters van het Bundesverfassungsgericht, het Constitutioneel Hof.
De Bondsraad is de vertegenwoordiging van de zestien Duitse deelstaten in het Duitse politieke stelsel. Samen met de Bondsdag vormt ze het Duitse parlement. De Bondsraad telt in totaal 69 leden. Afhankelijk van het aantal inwoners heeft elke deelstaat drie tot zes zetels.
De Bondsregering is de centrale regering van de Duitse republiek. Aan het hoofd van deze regering staat de bondskanselier. De kanselier benoemt de ministers en is het enige gekozen lid van het kabinet. Aldus heeft de bondskanselier een aanzienlijk grotere invloed op de regeringssamenstelling dan onze premier in het Nederlandse systeem. De bondspresident, tenslotte, is zoals gezegd het staatshoofd van Duitsland. Hij bezit geen politieke macht, maar moet juist boven de partijen staan. Ook vertegenwoordigt de president de Duitse staat in het buitenland.
Tot besluit een enkel woord over de Duitse grondwet. In de Duitse grondwet is de staatsopbouw van de Bondsrepubliek vastgelegd. Als bondsstaat is in Duitsland, zoals we gezien hebben, de politieke macht verdeeld is tussen de centrale regering in Berlijn en de zestien Duitse deelstaten. Het bondsrecht gaat te allen tijde vóór het deelstaatrecht. Niet in de grondwet, maar in een aparte kieswet werd de huidige kiesdrempel van 5 procent vastgelegd, dit om politieke versplintering tegen te gaan zoals ten tijde van de Weimar republiek. Sindsdien moet een politieke partij over minstens 5 procent van de uitgebrachte stemmen beschikken om in de bondsdag te kunnen komen. Op deze manier hoopt men een stabielere democratie te krijgen.
Samenvattend: De Bondsrepubliek Duitsland werd op 23 mei 1949 opgericht. Op dat moment trad ook de nieuwe grondwet in werking. De DDR werd op 7 oktober 1949 opgericht, later dus dan de BRD. De grondwet van de DDR, die al in maart 1949 was goedgekeurd, trad op die 7e oktober in werking en op 3 oktober 1990 werden beide staten herenigd onder de grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland.
De economische motor van Europa kent een hele bijzondere geschiedenis.
Volgende week meer over 'dossier Duitsland'.
Klik hier voor een overzicht van mijn columns en volg mij hier op Twitter.