Ik heb het altijd een hartverwarmend fenomeen gevonden dat terwijl Iraanse staatshoofden ertoe oproepen Israel van de kaart te vegen en de Israëlische regering genoodzaakt is zich hier tegen te wapenen, Iraanse en Israelische burgers zich inzetten hun genegenheid en soms zelfs liefde voor elkaar te tonen.
Dit is mooi en er zijn tal van dergelijke afbeeldingen, maar wat minder bekend is, is dat goede betrekkingen tussen Perzen en Joden een ijzersterk historisch precedent kennen. De Joden waren in tegenstelling tot breed gedragen perceptie niet de enige mensen van hun tijd die een concept van een geloof in één enkele universele en ethische god ontwikkelden. Ver naar het oosten, in Iran, ontstegen twee bevolkingsgroepen, bekend als de Meden en de Perzen hun heidense overtuigingen en ontwikkelden een geloof in één enkele godheid, de ultieme kracht van het goed, constant in strijd met de krachten van het kwaad. Dit geloof wordt geassocieerd met de profeet Zoroaster, wiens geschriften bewaard zijn gebleven in een zeer oude vorm van Perzische taal.
Een tijd lang leefden de Joden en Zoroastriers zonder van elkaars bestaan af te weten, maar hier kwam verandering in. In 586 v.C werd Jeruzalem veroverd door Nebudchadnezzar, de koning van Babylonië. Het Joodse koninkrijk ging ten gronde en de Joodse tempel werd vernietigd. Zoals destijds gebruikelijk werd het veroverde volk in gevangenschap naar Babylonië gestuurd.
Enige decennia later werden het Babylonische keizerrijk echter zelf ten val gebracht, en wel door de grondlegger van een nieuw Perzisch keizerrijk: Cyrus the Mede. Tussen de vele volkeren die Cyrus tijdens zijn campagnes veroverde, viel het zowel de Joden als Cyrus zelf op dat zij een bepaalde kijk op ethiek en religie in gemeen hadden. Cyrus onthief de Joden uit hun gevangenen status en stond hen toe terug te keren naar het land van Israel. Maar daar bleef het niet bij. Cyrus gaf de opdracht de Joodse Tempel te Jeruzalem te herbouwen, en wel op kosten van zijn regering! De Joodse dankbaarheid en bewondering voor Cyrus klinkt dan ook luidkeels door in de Hebreeuwse bijbel en er wordt hem meer respect toegeschreven dan welke niet-Joodse leider dan ook. Het laatste hoofdstuk van het boek van Isaiah bijvoorbeeld, geschreven vlak na Babylonische gevangenschap, over Cyrus: He is my shepherd, and shall perform all my pleasure: even saying to Jerusalem, Thou shalt be built, and to the temple, Thy foundation shall be laid (44:28). Of: Thus saith the Lord to his anointed, to Cyrus, whose right hand I have holden, to subdue nations before him (45:1).
Theologen suggereren vaak dat de verschillen tussen de boeken van de Hebreeuwse bijbel voor en na de Babylonische gevangenschap deels toe te schrijven zijn aan de religieuze invloeden van het toenmalige Iran. Het betreft hier vooral de verdere uitwerking van de kosmische strijd tussen goed en kwaad waarin de mensheid een rol speelt, de meer expliciete uitwerking van een veroordeling en een bestaan na de dood, alsmede het idee van een gezalfde redder van heilige komaf die aan het eind der tijden zal verschijnen om de strijd tussen goed en kwaad te beslechten. De invloeden hiervan op het latere Jodendom en Christendom zijn evident.
De Joods-Iraanse connectie had destijds ook politieke implicaties. De Joden dienden Cyrus zowel in hun thuisland als daarbuiten trouw, en werden door de Romeinen immer verdacht van sympathie of collaboratie met de Perzen.
Terug naar het heden. De Iraanse staatsvijandigheid jegens Israel is expliciet en niet te ontkennen, maar nog blijft het een waarheid dat Iran huis is van de langste successief aanwezige Joodse gemeenschap op aarde.
Mochten de Perzen er ooit in slagen hun regime ten val te brengen, dan zijn goede, of zelfs warme betrekkingen tussen Iran en Israel waarschijnlijk. Het blijft een hartverwarmende gedachte.