Als het een beetje opschiet met het onderzoek dat de landelijke Onderwijsinspectie doet naar het verloop van de eindexamens op de Rotterdamse school Ibn Ghaldoun, zouden de eindexamenleerlingen daarvan wel eens verplicht kunnen worden alle examens opnieuw te maken. Dat zou inhouden dat alle leerlingen collectief worden verwezen naar de herkansing, waarbij de eerdere resultaten zouden komen te vervallen.
Naarmate meer onderzoek dat naar de school wordt gedaan openbaar wordt, neemt de verbijstering erover toe. Waar de school een aantal jaren terug nog als zeer zwak werd gekenmerkt, steeg zij vanuit het niets binnen enkele jaren tot de landelijke top-5. Niet alleen ging er bij de Onderwijsinspectie daarover geen lampje branden. Nog verbijsterender is eigenlijk dat er door de school en exponenten van de multikul weinig ruchtbaarheid aan gegeven is. Als je achterdochtig bent, zou je bijna gaan denken dat de school zelf wel degelijk nattigheid voelde.
Het balletje kwam aan het rollen door een slecht gespeld briefje, dat er iets was misgegaan met de bewaking van de klaarliggende examens. En inderdaad, er bleek een kluissleutel weg. De arrestatie van een 22-jarige die ondertussen is losgelaten, maar nog steeds verdachte is, was een eerste hoogtepunt. Maar dit weekend werden opnieuw twee leerlingen gearresteerd.
En nu heeft de Onderwijsinspectie dan dus besloten de resultaten van de afgelopen 3 jaar nog eens opnieuw tegen het licht te houden. Al vind de onderwijsinspectie het nog te vroeg voor conclusies, het is moeilijk voorstelbaar dat er geen nieuwe onregelmatigheden zouden worden ontdekt. Die 22-jarige verdachte wijst er qua leeftijd niet alleen op, dat dit al een paar jaar gaande moet zijn. Maar tevens lijkt het onvermijdelijk dat de schoolleiding met enige regelmaat de andere kant heeft opgekeken. Want ongetwijfeld moet er verbazing hebben geheerst over de goede resultaten van bepaalde leerlingen.
Natuurlijk kun je je afvragen wat iemand uitvoert met een diploma waarvoor hij of zij eigenlijk het niveau niet heeft. Zeker nu hogeschool InHolland de ergste uitwassen van haar eigen baggerleerprogramma's aan het afstoten is. Het terugvorderen van uitgereikte diploma's van de afgelopen jaargangen zal een onmogelijk parcours blijken, hoe treurig die constatering ook is. Subsidiair aan het onderzoek dat nu naar de resultaten van de afgelopen 3 jaar wordt gedaan, is het wellicht toch dienstig ook de resultaten van de leerlingen van Ibn Ghaldoun in het vervolgonderwijs van de afgelopen 5 jaar nog eens aan een kritisch onderzoek te onderwerpen. Dat kun je een heksenjacht noemen, maar het is niet anders dan een bescherming van de andere leerlingen in dat onderwijs. Van hun leeromgeving, en van hun diploma's.
En dan is er natuurlijk nog de school. Dat de schoolleiding zelf geen vraagtekens heeft gezet bij de plotselinge opmars van haar leerlingen in de Nederlandse onderwijsstatistieken, lijkt alle reden te zijn voor ontslag, en een beroepsverbod in het onderwijs van een jaar of tien, ten minste. Het zal moeilijk zo niet onmogelijk zijn kwade opzet van de schoolleiding te bewijzen, maar de getoonde onachtzaamheid is voldoende bewijs van verregaande incompetentie. Dus hup, weg met die mensen, en zelfs als men niet besluit de school op te heffen - de beste oplossing gezien de geschiedenis ervan - dan zal de Onderwijsinspectie haar toch ten minste de komende jaren aan een uiterst strenge en voortdurende controle moeten onderwerpen.
En de Onderwijsinspectie? Men zou daar eens kunnen informeren waarom niemand de afgelopen jaren vraagtekens heeft gezet bij de komeetachtige opmars van de school en haar resultaten. Dat ook daar niet een paar hoofden behoren te rollen is vrijwel onvoorstelbaar.
Ook heel interessant is een landelijk onderzoek naar leerlingen met een achtergrond met vergelijkbare culturele bindingen als de leerlingen van Ibn Ghaldoun. Aangezien de horizontale contacten binnen de groepen waartoe die leerlingen behoren sterker zijn dan gemiddeld, zou het niemand mogen verbazen, als in de afgelopen 5 jaar ook daaronder statistisch verbazingwekkende verbeteringen aanwijsbaar zijn.
Of de overheid en de minister die thans het ministerie van Onderwijs bestiert daartoe de politieke moed hebben lijkt me twijfelachtig, maar voor de Onderwijsinspectie is het bepleiten ervan een kans het geschonden blazoen enigszins te herstellen.