1. Home
  2. Uitgescholden worden als herkenbare Jood

Uitgescholden worden als herkenbare Jood

Geen categorie04 mei 2013, 12:44
"Ik ben christelijk opgevoed maar had van kinds af interesse in het Jodendom. Toen ik Joods wilde worden zei mijn moeder opeens dat we Joods bloed hebben. Ze had echter geen bewijs voor haar Jood zijn."
"In 2005 werd ik ziek gedurende een vakantie in Israël. Ik werd behandeld door een dokter bij de Diaspora Yeshiva. Ik ben daarna daar blijven leren alhoewel ik niet als Jood werd beschouwd."
Netanel S. is een jonge man die in Arnhem is geboren. Hij is in een naburig dorp opgegroeid. Hij is nu ultra-orthodox en woont sinds 2009 in Israël.
"In de derde klas van de mavo in Arnhem besloot ik een keppel te dragen. Er onstonden onmiddellijk problemen. Als ik de klas binnenkwam, sisten sommige leerlingen, waarmee ze het gas van de nazi-vernietigingskampen imiteerden. Er werd vaak over 'Joden' gesproken. Het Palestina-Israël-conflict werd overal bijgehaald. Het waren vooral Marokkanen die dit deden, maar ook Turken en Irakezen."
"Na de mavo ging ik naar het Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO) in Velp om juridisch-administratieve studies te volgen. Ik droeg vaak een pet over mijn keppel, maar had mijn schouwdraden (tsitsiet) buiten mijn broek. In de klas moest je echter je pet afdoen. Ik werd af en toe lastig gevallen, maar veel minder dan op de mavo. Als er weer iets over Israël te klagen was, kreeg ik als enige Jood op school de schuld. Ik werd door allochtonen voor 'kankerjood' en 'kankerzionist' uitgescholden. Er was geen fysiek geweld. Een keer ben ik door een allochtoon in mijn gezicht gespuugd. Dat gebeurde op het station in Arnhem toen er weinig mensen in de buurt waren."
"Toen ik nog bij mijn ouders woonde, had ik op een gegeven moment het gevoel; 'ik heb er genoeg van om iedere keer nagestaard en uitgescholden te worden'. Ik besloot een experiment te doen en mijn kleding te veranderen. Ik droeg een paar dagen een korte jas, mijn schouwdraden deed ik in mijn broekzakken en mijn slaaplokken verborg ik onder mijn keppel, waar ik een flatcap over droeg. Ik kon nauwelijks geloven hoe normaal het was om over straat te lopen. Na een paar dagen deed ik mijn vorige kleding weer aan en onmiddellijk begon het schelden weer."
"Later werkte ik op een call center in Amersfoort. Ik droeg er mijn lange zwarte jas. Ik had toen al 'slaaplokken' en ook schouwdraden buiten de broek. Er werkten vrijwel alleen autochtone Nederlanders. Ik werd er keurig behandeld. De directie gaf me altijd vrij voor Joodse feestdagen. Op straat werd ik wel lastig gevallen."
"In december 2008 verhuisde ik naar Rotterdam. Ik kon er geen werk krijgen. Ik zag er nu permanent uit als een ultra-orthodoxe Jood. Vrijwel elke keer dat ik op straat ging of in een supermarket werd ik uitgescholden. Het waren niet alleen maar jongelui. Soms waren het oudere Arabische echtparen die er zeer islamitisch uitzagen. Ze keken je eerst vies aan, daarna zeiden ze iets in het Arabisch over jahud."
"Op shabbat liep ik met vrienden naar de synagoge. We werden iedere keer minstens tweemaal uitgescholden, altijd door allochtonen. Alle beledigingen die je voor het woord Jood kunt plaatsen hoorden we. Iets over onze moeders. Er werd ook geregeld geroepen dat 'Hitler goed werk had gedaan'."
"Begin 2009 begon ik een dagboek bij te houden van de beledigingen. Ik schreef bijvoorbeeld: op de eerste dag van het Pesach-feest 2009 liep ik met een vriend langs een park. We werden door tientallen Marokkanen uitgescholden voor 'Joden', 'kankerjoden' en 'zionisten'. Ze riepen ook 'Free Palestine'. Een aantal autochtone Nederlanders stond er naar te kijken."
"Als ik mijn dagboek herlees, zie ik dat de problemen vrijwel altijd met Marokkanen waren, waaronder ook jonge kinderen. Op 20 april heb ik de incidenten die ik mijn dagboek had bijgehouden aan het CIDI gemeld. Die hebben het opgenomen in hun jaarverslag."
"De twee enige plaatsen in Nederland waar je als herkenbare Jood normaal kunt lopen zonder uitgescholden te worden, zijn Amsterdam Buitenveldert en Amstelveen."
"In de zomer van 2009 ben ik naar Antwerpen verhuisd. Daar heb ik nauwelijks antisemitische problemen gehad. Ik ben er maar een keer uitgescholden: op het station riep een groepje autochtone Nederlanders 'kankerjood'."
"In december 2009 ben ik naar Israël vertrokken. Aan het eind van 2010 ging ik op bezoek bij mijn ouders. Ik vloog naar Luik en nam de trein van Antwerpen naar Nederland. In Roosendaal stapte ik over. Ik had nauwelijks tien stappen gezet op het perron of een autochtone Nederlander van een jaar of dertig riep in het Engels met een zwaar Nederlands accent tegen mij: 'You killed Jesus'."
"Toen ik terugreisde naar Israël brachten mijn ouders me met de auto naar het station in Arnhem. Toen we uitstapten, kwam er een auto met Marokkanen langs. Die riepen iets naars over Joden, en reden verder. Mijn moeder had tot nu toe altijd - als ik haar van de beledigingen vertelde - het gevoel van 'misschien is het wel niet zo als ik het voorstel'. Nu was ze er zelf bij.
"Soms maken Nederlanders antisemitische opmerkingen tegen mij. Maar wat me het meeste stoort is dat Nederlanders zeggen dat ze niet antisemitisch zijn. Maar als er een antisemitisch incident is, kijken ze weg en zeggen niets. Het wordt gewoon geaccepteerd."
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten