Lekker rebelleren tegen gezag

Geen categorie28 mei 2013, 12:05

Één misstap van een smeris maakt meer indruk dan het goede werk van tienduizend. En de media spelen dit spelletje helemaal mee. In de jaren ’60 kwam dat in de mode: het beest moest weer los.

Die arme soldaat in Engeland is nog niet koud, of onze ‘kritische’ media laten ons weten dat een van de daders, de hoofddader naar het schijnt, al in Kenia voor de rechter had gestaan wegens vermoede banden met Al Qaeda en dat de Britse geheime dienst hem in de gaten hield. Wat hoor ik vandaag in het nieuws? Dat het toch bedenkelijk is dat deze dienst hem sindsdien niet beter gevolgd heeft. Nu breekt mijn klomp, want dezelfde zender probeert me er constant van te overtuigen dat het een schande is hoe geheime diensten allerlei mensen durven te volgen van wie absoluut niet vaststaat of ze iets in hun schild gevoerd hebben! Het is duidelijk dat die geheime diensten bevooroordeeld zijn! Het zijn fascisten! Maar vandaag had men kennelijk opeens toch behoefte aan die fascisten. Ja, het is ook nooit goed.

Intussen is in Parijs een soldaat in vergelijkbare omstandigheden aangevallen. Natuurlijk staat president Hollande meteen klaar om ons te zeggen dat we geen voorbarige conclusies moeten trekken. Ja, we zouden eens mogen denken dat er uit islamitische hoek enig gevaar dreigt. Nu heeft iedere politicus mijn zegen die de mensen tot kalmte maant en een burgeroorlog voorkomt. Maar of het ontkennen van de waarheid juist niet tot een burgeroorlog zal leiden, valt ook te bestuderen. En de komedie van onze linkse politici zou op een dag wel eens tot rare reacties kunnen leiden.

Grappig was dat in dezelfde nieuwsaflevering van TF1 aandacht werd gegeven aan een actie die de politie voerde om jongeren enthousiast te maken voor het beroep van politieman. ‘Want men dreigt binnenkort met een ernstig tekort te zitten.’ Ja, dat haalt je de koekoek! De mensen van de media maken constant stemming tegen de politie en de overige zelfbenoemde intellectuelen doen niets minder. Al tientallen jaren zie ik films en televisieseries die er geen twijfel over laten bestaan dat je de misdadigers in het politiekorps zelf moet zoeken – de dieven, verkrachters en moordenaars komen óf uit deze kringen óf zijn tot hun grote spijt door mensen uit die kringen tot hun (eigenlijk best vergeeflijke) daden gekomen. U wist dat misschien nog niet, maar dan weet u het nu. Nou ja, luidt het oude gezegde niet dat men dieven vangt met dieven? Men wil ons maar al te graag laten geloven dat je een einde aan de criminaliteit zou kunnen maken door de hele politie achter de tralies te zetten...

Niet zelden denk ik: de politie zou eens moeten staken. Niet een percentage van de flikken, nee allemaal! Ik vermoed dat de mensen gauw naar het Binnenhof zouden kruipen om te vragen de juten weer hun werk te laten doen. Maar dit is heel typisch voor onze klaagmaatschappij: één misstap van een smeris maakt meer indruk dan het goede werk van tienduizend. En de media spelen dit spelletje helemaal mee.

Zo ook weer vanavond in Belgisch televisienieuws. Een straatrover heeft een vrouw overvallen die zich niet meteen gewonnen gaf. Ze had geen zin haar tas af te staan aan haar medeburger. Die viel toen met een mes over haar heen. Toevallig langskomende agenten maanden de man, die toen boven op de vrouw op de grond lag, zijn ongetwijfeld hartelijk bedoelde activiteit te staken. Maar hij sprong op en rende, gewapend, op de agenten af. Na een waarschuwingsschot te hebben gelost, schoten ze gericht. De man is dood. Gelukkig heeft het televisienieuws me er al van kunnen verzekeren dat er een grondig onderzoek zal worden gevoerd om na te gaan of hier wel sprake was van wettige zelfverdediging. De man is in de ogen van de pers al verdacht. Verbaast het u nu werkelijk dat geen hond meer bij de politie wil? Elk meisje ziet trouwens elke zaterdag in de bioscoop wat een boevenbende die politie is. En dat een uniform volledig mis is, heeft ze ook al geleerd. Welke man gaat zijn kansen op de vrijersmarkt nu bewust verminderen?

Ik groeide op in een dorpje, een gehucht bijna, in de Gelderse Achterhoek. Daar was één politieagent. Hij woonde in een fris huisje naast onze lagere school. Jong gezin met twee kinderen. Een van die meisjes, een frêle wezentje, zat naast me in de bank. Ze stierf dat jaar nog aan ik-weet-niet-welke ongeneeslijke ziekte. Het hele dorp had medelijden met deze familie. Nu besef ik wel dat Haarlo, zo heet het dorp, niet Kralingen was. Maar ik denk dat nu ook de vlotte jongens uit Haarlo het heel normaal vinden misprijzend over politiemensen te praten.

In de jaren ’60 kwam dat in de mode. Flikken, smerissen, juten werden ‘pigs’ – en dat was echt een stapje verder. Het werd oorlog. En die oorlog duurt nog steeds voort, aangewakkerd door onze zelfbenoemde intellectuelen. Ik heb er in mijn boek Heel de intellectueel (2004) al op gewezen dat onze half-intellectueel, ik noem hem daar de ‘intello’, in feite anarchistisch is. Zijn diepste wens is onze samenleving kapot te maken. Welke frustraties daaraan ten grondslag liggen, bespreek ik daar voldoende en ga ik hier niet herhalen. Het smerige is wel dat die ‘intello’ net doet of hij strijdt voor een betere maatschappij, maar hij strijdt voor vernietiging. Ik las onlangs toevallig de bundel Conversaties van Jan Siebelink. en tot mijn verbazing vertelde hij daar dat hij, als leraar Frans, zijn leerlingen L’immoraliste van André Gide liet lezen. Het boek gaat over een man, die net als Gide zelf, tot de ontdekking kwam dat je het best maar immoreel kon zijn. De hoofdpersoon is verheugd als hij een Arabisch knaapje – Gide was homoseksueel en kwam in Noord-Afrika aan zijn trekken - een schaar ziet stelen. En hij is verrast maar uiteindelijk toch ook dolgelukkig als zijn vriend Ménalque, geïnspireerd door Oscar Wilde, die schaar in zijn bezit blijkt te hebben en dus kennelijk dezelfde wegen bewandelt. Nu stort hij zich definitief in de immoraliteit. Het is allemaal erg kinderachtig – en geen wonder, want de bemiddelde Gide leidde in werkelijkheid een comfortabel bestaan als literaire mandarijn in Parijs. Zelfs in mijn vriendengroep die begin jaren ’60 zo immoreel als mogelijk wilde zijn (en daar wel iets meer aan deed dan Nobelprijswinnaar Gide), lachten we om dit flauwe boekje.

Laat één ding duidelijk zijn: ik heb er niets tegen dat een schrijver zich in de immoraliteit verdiept. U moet het niet verder vertellen, maar ik geloof eigenlijk dat het niet onverstandig is immoreel te zijn. God houdt van slechtheid en beloont het gul. Het is absoluut niet dwaas te denken dat de wereld draait op slechtheid. En het is interessant als iemand overweegt in dat systeem te stappen. Hypocriete goedheid is trouwens ook even ergerlijk als hypocriete slechtheid. Daarom voel ik me aangetrokken tot schrijvers die de hypocriete goedheid aan de kaak stellen en dan vaak automatisch voor slecht worden uitgemaakt – het misschien ook wel zijn. Nee, dat is allemaal dik in orde. De literatuur is geen catechismus. Ik heb dus weinig tegen de belangstelling van Siebelink voor dat genoemde boekje.

Maar het tot verplichte lectuur op een middelbare school maken is toch nog wel iets anders. Ik weet dat dit sinds de jaren ’60 en zeker sinds de jaren ’70 rustig kan. Hoewel iedere verstandige school zo’n leraar naar huis zou moeten sturen, riskeert zo’n man niets. Niet alleen zal Siebelink met zijn keuze in de smaak zijn gevallen bij zijn medeschrijvers in Amsterdam – het lijkt of hij dat wel erg graag wilde bereiken – maar zelfs zijn collega’s op school zullen niet aan de alarmbel hebben getrokken. De clichés van de tijd doen het altijd goed in het lerarenkorps. In de jaren ’60 gingen onze intello’s het idee verbreiden dat het genot van het onverantwoordelijke spel met ideeën dat elke kunstenaar natuurlijk is toegestaan, ook de rest van het volk deelachtig diende te worden. Dat is te gek voor woorden. De mensheid doet er al duizenden jaren over om een systeem te ontwikkelen dat de dierlijke (of ergere) aard van de mens in toom kan houden, in het algemeen belang. Maar de jaren ’60 lieten het beest weer los. En men ziet wat ervan gekomen is. Het is puberachtig om gezag te willen opheffen, om orde te bestrijden. Een verstandige kunstenaar doet dat dan ook in zijn achtertuin. Er een wet van te willen maken, is totaal onwezenlijk. Niet iedereen heeft behoefte aan die vrijheid en bijna niemand heeft er belang bij, hoe lekker het ook voor zelfs de bakkersknecht mag lijken zich nergens nog een barst van aan te trekken.

Laat een schrijver gerust Arthur Rimbaud ontdekken of Nietzsche of een andere immoralist, maar maak van dit soort figuren geen voorbeelden. Zet hun beelden in de bibliotheek voor mijn part, maar niet op het stadsplein, hoewel dat ook nog wel aardig kan zijn. Maar houd daar op. En maak de mensen weer duidelijk dat ze eenvoudigweg niet volwassen zijn geworden als ze nog steeds de agent op de hoek willen pesten. Er gaan weken voorbij dat ik niet ga sjoelbakken met de agenten in mijn woonplaats, maar praat niet zo kinderachtig over ze!

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten