Op 16 mei 2003 bliezen twaalf jonge mannen zichzelf op in het centrum van Casablanca. Wat bracht hen tot deze ongelofelijk daad? Les chevaux de Dieu onderzoekt mogelijke antwoorden.
Uitzichtloze armoede is een vruchtbare bodem voor extremisme. En als dat ergens heerst, dan is het wel in Sidi Moumen, een sloppenwijk in Casablanca, waar de lokale vuilnisbelt een belangrijke bron van schaarse inkomsten biedt. Daar groeien Yachine en zijn broer Hamid op in een constante, en vaak letterlijke strijd om het bestaan; school is geen optie voor kinderen die de kost moeten verdienen zodra ze kunnen. Hamid vindt een uitweg uit de armoede door de criminaliteit in te gaan wat hem onvermijdelijk de gevangenis in leidt. Daar komt hij in aanraking met radicale gelovigen, en wanneer hij na een paar jaar naar huis terugkeert, is hij veranderd.
In Les chevaux de Dieu (een verwijzing naar een uitdrukking die al eeuwenlang wordt gebruikt bij de oproep tot de jihad) worden de broers gevolgd vanaf hun jeugd tot hun radicalisering. Het leven wordt allesbehalve geromantiseerd: regisseur Nabil Ayouch toont de hardheid van een samenleving waar overleven de eerste zorg is, waar educatie ontbreekt, waar kinderen opgroeien zonder regels, geweld een geaccepteerde vorm van expressie, en waar homoseksualiteit even vanzelfsprekend als onuitspreekbaar is (verkrachting van jonge jongens is aan de orde van de dag). Liefde is er ook, binnen de families en tussen vrienden, en de liefde op afstand voor veilig opgesloten meisjes, die bedoeld zijn om uit te huwelijken aan gegoede kandidaten.
De film is niet bedoeld om begrip te kweken voor de zelfmoordterroristen, die alle veertien (twee van hen werden gearresteerd voor ze zichzelf konden opblazen) uit Sidi Moumen kwamen. Noch wordt op enige wijze hun extreme daad, of de ideologie erachter, goedgekeurd of gepraat. Wat Ayouch wel doet is laten zien hoe eenvoudig het is voor radicale groeperingen om aanhang te vinden. De solidariteit binnen de broederschap vormt een aantrekkelijk alternatief voor de wetten van de jungle die in de sloppenwijk gelden. De jongens vinden rust, regelmaat, en een duidelijk doel in hun leven. De leiders zijn geen schuimbekkende fanaten, die hun boodschap met zwaaiende vuisten naar hun volgelingen schreeuwen, maar meer begripvolle vaderfiguren, die langzaam het vertrouwen en de onwrikbare loyaliteit van hun jongens winnen.
De rode draad in de film, waarin op terloopse manier historische gebeurtenissen als 9/11 de revue passeren, is de band tussen de twee broers, die in de loop der jaren door de omstandigheden verandert, maar altijd blijft bestaan. En de bijzondere vriendschap tussen Yachine en Nabil, van wie zijn homoseksuele geaardheid evident is, maar nooit wordt besproken, bespot of erkend.
Ayouch filmt het dagelijkse bestaan van de nog jonge jongens in warme tinten, als er nog ruimte is voor dromen van een betere toekomst in de stad misschien, of als professioneel voetballer. Altijd heeft iemand wel een verhaal over een vriend of verre neef die het wel heeft gemaakt. Ondertussen ploeteren de achterblijvers voort, hun zorgen voor even van zich werpend tijdens een potje voetbal, drank, of de onvermijdelijke drugs. Naarmate de tijd vordert en dromen plaatsmaken voor de nietsontziende realiteit, worden de kleuren in de film fletser en killer, in voorbereiding op het onvermijdelijke einde. Ayouch houdt zich verre van opgelegd drama en sentimentaliteit, maar geeft zijn karakters wel zo veel diepte, dat je ze kunt volgen in hun onmogelijke beslissingen. Dat is natuurlijk ook de verdienste van de (soms niet professionele) acteurs, die hun personages subtiel inkleuren met een indrukwekkend palet aan emoties en uitdrukkingen.
Het filmen van de Les chevaux de dieu, dat gebeurde op locatie in een sloppenwijk, was overigens allerminst eenvoudig. Tijdens de opnamen had de crew dagelijks te maken met zowel het alledaagse, als tegen hen gericht geweld. In zijn filmnotities zegt Ayouch: Er was elke dag geweld. Gevechten, ruzie, messen, stenen gooien. Op een gegeven moment raakten we er zelfs aan gewend en vonden we het bijna normaal. Waarmee eens te meer wordt duidelijk gemaakt hoe de glijdende schaal naar extreem geweld werkt.