Het was een heel vreemd debat gisteravond. Dat Teeven overleefde als staatssecretaris was vooraf lang niet zeker. Doch dat hij dankzij Marianne Thieme uiteindelijk zou besluiten toch maar aan te blijven, was ronduit bizar.
Het 's middags begonnen debat verliep aanvankelijk zoals verwacht. Een staatssecretaris die diep door het stof ging, maar vooral probeerde de Kamer - en speciaal coalitiepartner PvdA - er van te overtuigen dat hij de juiste man was om de gemaakte fouten te corrigeren en de dienst die fout op fout had gestapeld, weer in het juiste spoor te krijgen. Excuses naar alle kanten, er werd een onafhankelijk onderzoek toegezegd, het kon niet op.
Objectief was er alle reden om van Teeven te eisen dat hij op zou stappen. Hij is politiek verantwoordelijk voor de gemaakte fouten. Die fouten waren van een dusdanig ernstige aard, dat politieke consequenties eigenlijk niet uit zouden mogen blijven. Dat Teeven desondanks aan het debat begon, kun je beschouwen als correct in die zin, dat het naar de Kamer toe weinig hoffelijk is vlak tevoren op te stappen. Maar als het venijn zich uitsluitend beperkt had tot de feiten waarover het moest gaan, was het voor de PvdA moreel heel moeilijk geworden Teeven blijvend de hand boven het hoofd te houden.
En dat was dus precies het punt waarop dàt deel van de oppositie dat op zijn hoofd uit was, het spel weinig intelligent speelde.
De SP, GL en de PvdD zetten namelijk in op een algemene aanval op de huidige immigratiepolitiek, waarvan Teeven immers het boegbeeld is. Blijkbaar in de overtuiging, dat de PvdA - die zich daarbij ook niet op haar gemak voelt - gaandeweg niet anders zou kunnen doen dan zich aansluiten bij de bezwaren die deze partijen op tafel legden. Een forse misrekening, en een miskenning van het fenomeen coalitie. Deze poging de coalitiepartijen uiteen te drijven had juist tot gevolg, dat zij dichter bijeen kwamen, en zich vierkant achter Teeven opstelden. Daar bevonden zich ook al de SGP en de PVV, welke laatste bij de VVD weinig hoop lijkt te hebben een standvastiger uitvoerder van een consequent immigratiebeleid te zien terugkeren, in geval de staatssecretaris het veld zou moeten ruimen.
Gaande het debat kwam deze driedeling steeds meer tot uitdrukking in de posities van de partijen. Waar SP, GL en PvdD onverdroten door bleven hakken, stelden CDA, D66 en CU zich principiëler op. Deze laatste partijen stonden in min of meerdere mate op het standpunt, dat staatsrechtelijk Teeven zijn biezen diende te pakken, om daarmee duidelijk te maken dat het de overheid ernst was met het nemen van ook politieke verantwoordelijkheid voor de zelfmoord van Dolmatov. Dat Teeven eerder al de juridische verantwoordelijkheid van de overheid had erkend was daarbij niet meer dan een voetnoot, hoe curieus ook in het verband van het totaal.
Dit bracht Teeven ertoe aan het einde van de tweede termijn met een gewaagd gambiet te komen, dat eigenlijk fout had moeten aflopen. Teeven deed een beroep op de oppositie hem het vertrouwen te schenken, op een moment dat kristalhelder was dat een stevige Kamermeerderheid (VVD, PvdA, PVV, SGP en 50+, tezamen theoretisch 99 zetels) hem zou blijven steunen. Hij zij bijna letterlijk, dat de steun van de regeringspartijen hem niet genoeg was om werkbaar aan te kunnen blijven.
Of dit gebeurde met in het achterhoofd toekomstige moeilijkheden in de Eerste Kamer, komen we vóór het einde van dit kabinet niet meer te weten, maar het is de enige logische verklaring. Dat behoeft overigens niet direct verband te houden met de kwestie-Teeven zelf, alswel met de algemene politieke situatie.
De stemverklaringen die er op volgden maakten duidelijk, dat desondanks het door Teeven gedane beroep, ook CDA, D66 en CU de SP-motie van wantrouwen zouden steunen, zodat de politieke toekomst van de staatssecretaris er op dat moment bijzonder donker uitzag. Dàt was het moment dat Marianne Thieme een uiterste poging wilde doen, de PvdA het vuur aan de schenen te leggen. Ze kwam met een motie van vertrouwen in Teeven, hopend dat dit de wankelende PvdA te ver zou gaan deze te willen steunen. En overspeelde daarmee haar hand.
"Een staatsrechtelijk monstrum", merkte Kees van der Staaij over de motie-Thieme fijntjes en heel terecht op.
Waarop een bizarre vertoning volgde. Eerst werd de motie van wantrouwen met de verwachte meerderheid van 96 tegen 48 naar de prullenbak verwezen, waarna Thieme's motie van vertrouwen door geen enkele partij gesteund, werd verworpen met 144 tegen 0.
En toen was de angel uit het debat, wat betreft de voortzetting van het staatssecretariaat van Teeven.
Dat Teeven eerder impliciet had aangegeven mogelijk af te treden indien hij bij de belangrijkste oppositiepartijen geen gehoor vond, was door de motie-Thieme van tafel geveegd. Dat had teveel geleken op toegeven aan chantage, en een erkenning van mankementen aan het gevoerde beleid. En dit was nu juist iets waar PvdA en VVD niet toe bereid waren. Alsnog elegant aftreden was daarmee onmogelijk geworden, zodat Teeven zich eenvoudig vasthield aan de eerdere uitslag van 96 tegen 48 (SP-motie van wantrouwen), en gewoon blijft zitten. Niet heel fraai, maar politiek onvermijdelijk.
Of Teeven daadwerkelijk was afgetreden als er geen sprake was geweest van een motie-Thieme valt terugkijkend niet met zekerheid vast te stellen. Maar dat de indiening het hem eigenlijk onmogelijk maakte alsnog af te treden is een feit.
Dom, dom, dom. Niet alleen schaadt dit (de complete vertoning, gisteren) het aanzien van de politiek als geheel, maar het drijft de coalitie ook nog verder bij elkaar. Dat Teeven bij de eerstvolgende misser alsnog sneuvelt kon sowieso al als vaststaand worden genoteerd. Dat was mogelijk ook een goede reden geweest om alsnog af te treden.
Veel, heel veel verliezers gisteravond. De PvdA heeft moreel spitsroeden gelopen, de VVD heeft nu een verplichting tegenover de PvdA, SP, GL en PvdD hebben zichzelf gruwelijk afgeserveerd, en in het verbale geweld werden CDA, D66 en CU onterecht geridiculiseerd. 50Plus leek het allemaal boven de pet te gaan. Alleen PVV en SGP kwamen er goed uit tevoorschijn. De eerste doordat zij de staatssecretaris van haar voorkeur op zijn post zagen blijven, en de laatste doordat zij zowel haar zin kreeg, als opnieuw als de kampioen van de staatsrechtelijke zuiverheid uit het debat tevoorschijn kwam.