Eerder schreef ik dat de Deense 'Jyllandsposten' met een klimaatkritisch interview kwam, waarin de Zweedse mainstream klimatoloog Lennart Bengtsson stelling nam tegen de uitwassen van het klimaatalarmisme. Nu lijkt ook de Zweedse kwaliteitskrant 'Svenska Dagbladet' zijn draai te gaan maken.
Onder de titel, 'Självspäkning biter inte på uppvärmningen' (Zelfkastijding helpt niet bij opwarming), schreef Ivar Arpi in een redactioneel commentaar:
Gedurende lange tijd werd het klimaatdebat gekenmerkt door de ene onheilsprofetie na de andere. Maar het lijkt erop dat we meer tijd hebben dan veel alarmisten altijd hebben beweerd.
De temperatuurstijging is lager dan verwacht, ondanks het feit dat de kooldioxide-uitstoot is blijven stijgen. Nieuwe statistieken, zoals die welke 'The Economist' in zijn laatste nummer (30/3) heeft gepubliceerd, laten zien dat de gemiddelde wereldtemperatuur de laatste 15 jaar niet is gestegen. De eerdere sterke stijging is afgevlakt tot een stabiel plateau, ondanks het feit dat er gedurende die periode 100 miljard ton aan broeikasgassen werd uitgestoten een stijging van 50 procent.
Doemscenario's, waarin de temperatuur deze eeuw met zes graden zou toenemen, lijken dan ook onwaarschijnlijk. In dit verband wordt vaak gesproken over klimaatgevoeligheid om te beklemtonen hoe verwoestende invloed van de mens op het klimaat kan zijn. Maar het klimaat lijkt daar beter tegen bestand te zijn dan eerder werd aangenomen.
De opwarming van de aarde is op zijn minst gedeeltelijk een rechtstreeks gevolg van menselijke invloed. Daarover bestaat geen twijfel. Maar er bestaat evenmin twijfel over het feit dat vele maatregelen die zijn genomen om emissies te verminderen, vruchteloos zijn gebleven. Vanaf de 'Earth Summit' in Rio in 1992, het Kyoto-verdrag in 1997 tot en met het spectaculaire fiasco van Kopenhagen in 2009, is het duidelijk dat brede politieke coalities hebben gefaald om de uitstoot te reduceren.
In The Sunday Times (31/3) schreef de milieucommentator Bjørn Lomborg, dat de enige vermindering van de uitstoot plaatsvond tijdens de recessie 2009. Dat spreekt boekdelen. En de vermindering in Europa komt exact overeen met toename van in het bijzonder China. Dat duidt erop dat de rijke landen landen hun emissies naar de ontwikkelingslanden hebben geëxporteerd.
Velen volgen aandachtig de ontwikkelingen in Duitsland. Na Fukushima is het beleid daar gericht op een gedwongen liquidatie van kernenergie. Sinds 2000 is de prijs van elektriciteit in Duitsland met 61 procent gestegen. En een kwart van de prijs bestaat nu uit subsidies voor duurzame energie. Dit betekent dat 800.000 Duitse huishoudens niet langer hun elektriciteitsrekening kunnen betalen. Bovendien zijn de CO2emissies gestegen met het toenemende gebruik van steenkool. Tegen deze achtergrond geven vele groene activisten zo langzamerhand hun verzet tegen kernenergie op.
Mark Lynas is een milieuactivist, die onder meer internationaal bekendheid heeft verworven door in 2001 een taart in het gezicht te gooien van Bjørn Lomborg [Noot HL: Waarvoor Lynas later zijn excuses heeft aangeboden.] Vandaag de dag pleit hij voor kernenergie als een manier om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Het zou wenselijk zijn indien meer mensen het voorbeeld van Lynas zouden volgen en de mentale blokkade van de milieubeweging tegen kernenergie zou worden opgeheven.
De realiteit is dat noch China, India, Brazilië en de Afrikaanse landen hun groei en armoedebestrijding zullen willen opgeven voor de vermindering van hun CO2uitstoot. China heeft 600 miljoen mensen uit de absolute armoede kunnen bevrijden met behulp van goedkope kolen niet dure zonneenergie. Geen democratisch gekozen leider is bereid om werkgelegenheid en groei op te offeren om over honderd jaar de uitstoot misschien met een paar procent te verminderen.
De toekomst ligt niet in het verhogen van de prijs van fossiele brandstoffen, maar om de prijzen van groene energie te verlagen, zodat meer landen zich deze kunnen veroorloven. De ontwikkelingslanden zullen het keurslijf van gedwongen uitstootreductie weigeren indien er geen betaalbare alternatieven zijn.
De apocalyps lijkt steeds onwaarschijnlijker, maar er zijn aanpassingen aan de temperatuurstijging nodig en het is voor alle zekerheid verstandig om de voorwaarden te creëren voor de uitfasering van fossiele brandstoffen. Er dient te worden geïnvesteerd om groene technologieën zo goedkoop te maken dat deze concurrerend worden.
Aldus Ivar Arpi in 'Svenska Dagbladet'.
Bron hier.
Alhoewel zijn redactioneel commentaar de goede kant op gaat, heb ik het gevoel dat Ivar Arpi nog wat achterloopt. In het licht van de schaliegasrevolutie lijkt uitfasering van fossiele brandstoffen nog héél ver weg. Kernenergie staat inmiddels weer op een lager pitje. Thorium is nog een onvervulde belofte. Duurzame energie (zon, wind en biomassa) zijn bij nader inzien helemaal niet duurzaam en nog steeds een luxe, die zich alleen de rijkeren kunnen veroorloven en dan alleen nog maar indien de armeren worden gedwongen mee te betalen aan de subsidiëring daarvan. Bepaald geen nivelleringsfeest! Maar dat kwartje is nog niet gevallen. En natuurlijk dient er te worden geïnvesteerd in goedkope duurzame energie. Maar tot op heden is het resultaat daarvan teleurstellend.
Zoals blijkt uit de recente berichten in 'The Economist', 'De Spiegel', 'Jyllandsposten' en 'Svenska Dagbladet' gaan de kwaliteitsmedia in de ons omringende landen nu 'om' wat klimaat betreft.
En de Nederlandse media? De Duitse dichter Heine zou ooit eens gezegd hebben: 'Als de wereld vergaat, ga dan naar Nederland, daar gebeurt alles vijftig jaar later.' Kranten en TV hebben er tot op heden nog geen aandacht aan geschonken. Het Nederlandse publiek leeft voor een groot deel nog in zalige onwetendheid en wacht met smart op het moment dat die opwarming nu eindelijk eens komt. Alleen Simon Rozendaal in Elsevier heeft al tientallen jaren zijn hoofd koel en zijn rug recht gehouden en weerstand geboden aan de klimaathysterie. Chapeau!
Voor mijn eerdere DDS-bijdragen zie hier.