De eurobeerput gaat steeds verder open. Naar aanleiding van een recente reportage op de Nederlandse televisie over de conversiekoers van de gulden naar de euro, giraal per 1 januari 1999, ben ik eens gaan spitten in dat dossier. Wat blijkt? Die conversiekoers heeft ons land aantoonbaar al ongeveer € 700 miljard gekost! U leest het goed: ons land is zeven-honderd-duizend-miljoen euro's armer geworden door de invoering van de euro en dan reken ik de tientallen miljarden die ons land kwijt is aan 'noodfondsen', garanties en ECB verplichtingen nog niet eens mee. Het zit zo.
Die reportage bracht mij al snel op een website www.wisselverlies.nl, gerund door een gelijknamige stichting, een Nederlands initiatief dóór burgers vóór burgers. Het doel van die Stichting is om financiële schadevergoeding te krijgen voor het geleden en nog dagelijks te lijden koopkrachtverlies als gevolg van de zeer grote prijsstijgingen, ontstaan vanaf 1999 als gevolg van de verkeerde euroconversiekoers van de Nederlandse gulden. De Nederlandse gulden is namelijk veel te goedkoop omgewisseld voor de euro. De gevolgen hiervan zijn niet alleen een enorme koopkrachtschade bij de Nederlandse consumenten, maar tevens een forse omzet- en winstschade bij de Nederlandse bedrijven. De verantwoordelijken voor deze ramp zijn de Europese Unie, de Europese Centrale Bank, De Nederlandsche Bank en de Staat der Nederlanden.
Na lezing van de inhoud van die site heb ik contact opgenomen met één van de initiatiefnemers daarvan, de heer André ten Dam. Ten Dam liet mij desgevraagd weten dat elke Nederlandse burger recht heeft op de waarheid. Bovendien zouden de gedupeerden (alle Nederlandse burgers en bedrijven!) financieel gecompenseerd moeten worden voor deze grove moedwillige blunder door de eurocraten. Volgens Ten Dam wordt dat echter lastig want de claim tot schadevergoeding aan de gedupeerden is afgelopen mei (2012) juridisch verjaard. Ten Dam:
“Op 5 mei 2009 hebben wij ons onderzoeksrapport ‘De Wisselverlieszaak: Analyse en schadeberekening’ gepresenteerd, maar de media en de politiek toonde geen interesse. Wellicht omdat toen de eurocrisis nog niet was uitgebroken en men nog niet gewend was aan bedragen van honderden miljarden euro’s werd ons onderzoeksrapport niet serieus genomen…..ten onrechte. En na het uitbreken van de eurocrisis had men het kennelijk te druk met de eurocrisis …..en de honderden miljarden euro’s ……van de reddingfondsen.”
Een vooraf gedacht kort telefoongesprek duurde een halve dag.
Ten Dam heeft door diens research vanaf 2005 in de ‘Wisselverlieszaak’ een enorme expertise opgebouwd over de euro, de economische en monetaire unie en het Verdrag van Maastricht, ik durf hem met recht de Nederlandse Mister Euro te noemen. Ik ken weinig mensen met een grotere kennis over de euro dan Ten Dam, dat blijkt ook wel uit zijn even simpele als doeltreffende oplossing van de eurocrisis, ‘The Matheo Solution (TMS)’, maar daarover een andere keer meer.
Dat gesprek met de heer Ten Dam bevestigde mijn bange vermoedens: wij zijn op onwaarschijnlijke wijze bij de spreekwoordelijke kloten gevat door de regering Kok-Zalm tijdens de inruil van onze gulden voor de euro. De guldenkoers blijkt 13% te laag te zijn geconverteerd naar de eurokoers. 'Dat is toch mooi voor onze export', hoor ik u denken? Nou, dat ligt dus een stukje genuanceerder zoals ik hieronder zal aantonen.
Ja, een lage guldenkoers is goed voor de export. Maar vergeten wordt, dat ook de lonen en de prijzen met eenzelfde percentage gedownplayed zijn. En wat blijkt? Dat grapje kost ons tientallen miljarden per jaar. Hier het verhaal van de grootste financiële doofpot van Nederland-Euroland sinds mensenheugenis.
Destijds (in 1997) is door de Europese politiek ten onrechte de voor Nederland economische noodzakelijke revaluatie van de NLG geblokkeerd, waardoor er aan de Nederlanders een groot stuk welvaart is ontnomen, waarop Nederland economisch én juridisch aanspraak maakte. In ruil daarvoor mocht wijlen minister Duisenberg de eerste voorzitter worden van wat nu de ECB heet. Dat werd geregeld door een één-tweetje tussen enerzijds toenmalig premier Kok en DNB-president Duisenberg en anderzijds de Duitse Bondskanselier Kohl en Bundesbank president Tietmeyer.
Dit welvaartverlies is strúctureel van aard en bestaat uit het mislopen van een substantieel stuk koopkracht van Nederlandse burgers en bedrijven direct in 1998 (bij het vaststellen van de euro-omwisselkoersen). Zowel wat betreft bestedingen én investeringen in Nederland als die in het buitenland. En vanaf 1999 zijn deze verliezen nog verder opgelopen, niet alleen relatief (in percentages, tot circa eind 2006) maar zeker ook absoluut (gemeten in euro’s, tot het einde der tijden). Deze verliezen werken dus vanaf de invoering van de euro in 1999 maar eigenlijk al vanaf 1998 fors door zowel op de inkomens- en winstsfeer (dus op het Nederlandse Bruto Binnenlands Product, BBP) als op de vermogenssfeer.
Op degelijke wijze wordt door de Stichting aangetoond dat het conversieverlies ons land structureel (jaarlijks) ca. 10% van ons BBP kost. Alleen al voor het lopende jaar 2013 hebben we het dan over een bedrag van ca. 60 miljard euro! 'De euro heeft ons allemaal welvaart gebracht', heette het toch, volgens club Wientjes? Dat is dus een grove leugen. De euro kost ons geld, dag in dag uit, elk jaar opnieuw.
Eind jaren zeventig/begin jaren tachtig van de vorige eeuw bevond de Nederlandse economie zich in zwaar weer waarin de werkloosheid en het nationale begrotingstekort fors waren opgelopen.
Door het regeringsbeleid en druk van de vakbonden waren de lonen en vooral de collectieve uitgaven in Nederland toen bovenmatig gestegen in vergelijking met het buitenland. Gevolg was dus de economische crisis in Nederland rond 1980 met hoge werkloosheidscijfers en grote druk op de overheidsfinanciën. Regering (Kabinet Lubbers I) en sociale partners (onder leiding van Chris van Veen en Wim Kok) waren het er toen over eens dat er iets moest gebeuren om Nederland er weer bovenop te krijgen.
De toen gekozen remedie om de Nederlandse concurrentiepositie, economie, werkgelegenheid en overheidsfinanciën te herstellen, was die van (1) loonmatiging t.o.v. het buitenland en arbeidsduurverkorting, (2) bezuinigingen bij de overheid, (3) herstructurering van de Nederlandse bedrijven en (4) hervorming van de sociale zekerheid.
De loonmatiging en arbeidsduurverkorting kreeg vorm in het Akkoord van Wassenaar (1982) -middels het bekende poldermodel-. Bovendien werd de gulden begin 1983 binnen het toenmalige Europees Monetaire Stelsel (EMS) -overigens tegen de zin in van DNB- ook nog eens twee procent gedevalueerd ten opzichte van de D-mark (toendertijd de ankermunt van het EMS en later in 1999 ook van de euro).
En, om de inflatie laag te houden, werd de gulden tenslotte, als énige EMS-munt monetair (als een soort monetaire unie ‘avant la lettre’, maar mét behoud van het wisselkoers-instrument), vastgekoppeld aan de D-mark. Na verloop van tijd trokken de economie en werkgelegenheid in Nederland weer aan en met name in de jaren negentig ontwikkelde de Nederlandse economie zich zelfs tot de sterkste economie van Europa, beter dan die van Duitsland (die de kosten van de Duitse éénwording te verwerken kreeg) en die van de andere EMS-landen.
En gelet op het fors en structureel achterblijven van de loonontwikkeling in Nederland t.o.v. de overige Europese landen, ontwikkelde Nederland vanzelfsprekend ook een lage(re) inflatie. De kracht van de Nederlandse economie én concurrentiepositie t.o.v. de andere EMS-landen kwam in de tweede helft van de jaren negentig tot uiting in het forse en structurele overschot op de lopende rekening van Nederland (Bron: CBS) en de lagere LIBOR-rente in Nederland (Bron: Reuters Ecowin). Nederland was bij de invoering van de euro dus het méést welvarende euroland! Alleen merkte de Nederlandse werknemers daar niet zoveel van.
Want als we naar de loonontwikkeling van de gemiddelde Nederlandse werknemer kijken in de periode 1983 tot 1998 is deze circa 60 procent achtergebleven bij het Eurozone gemiddelde. Met andere woorden, de Nederlandse werknemer heeft vanaf 1983 het economisch herstel van ons land zelf betaald.
Doordat Nederland eind jaren 90 bij de invoering van de euro internationaal gezien veel te goedkoop was geworden dreigde onze economie oververhit te raken, met ‘import van inflatie’ uit het buitenland tot gevolg. De enige remedie was revaluatie van de gulden binnen het toenmalige Europees Monetair Stelsel (EMS). En dat moest gebeuren voor de invoering van de euro (1999) want daarna kon dat natuurlijk niet meer. Deze revaluatie is er ten onrechte niet gekomen met de voor Nederland desastreuze gevolgen. In plaats van de welverdiende koopkrachttoename werden we in de jaren 1999 tot en met 2006 getrakteerd op nog meer koopkrachtachterstand… en dat ook nog eens van een structurele aard.
Waarom de Nederlandse (financiële) pers daar niet bovenop gesprongen is, blijft vooralsnog een raadsel. Was het louter gemakzucht? Dan zegt dat wat over de kwaliteit van de Nederlandse (financiële) journalistiek. A bloody shame indeed. Wel heeft al in 2005 nota bene de cineast en onderzoeksjournalist Marcel van Silfhout voor Zembla onder de naam ‘Eurobedrog’ een reportage gemaakt over deze kwestie. Deze uitzending is ronduit explosief en bovendien in de huidige eurocrisis nog steeds zeer actueel en een ‘must-see’ voor iedereen die wat meer over de achtergronden van de eurocrisis wil weten.
Uit rapporten van Mees Pierson (1997) en ABNAMRO (1998) bleek ook duidelijk de onderwaardering van de Nederlandse gulden ten opzichte van de andere EMS valuta en de dollar. De ruilverhouding had niet 2,20 moeten zijn, maar 1,95, een onderwaardering van maar liefst 13 procent! En men wist dat. Waarom is er niets gedaan? Waarom bleef Kok zwijgen? Waarom Zalm? Waarom hoorden we Wellink niet?
Daarover morgen meer.
Jean Wanningen is de auteur van Het Eurobedrog: Waarom Nederland uit de euro moet. U kunt dat boek hier voordelig kopen.