Ondanks forse kritiek van de Raad van State blijft het kabinet bij het idee om de Eerste en Tweede Kamer te verkleinen. De ministerraad heeft hiertoe nog net voor de zomer (en voor de verkiezingen in september) een wetsvoorstel voor ingediend. Daarbij zou de Eerste Kamer (nu 75) naar vijftig leden moeten worden teruggebracht, de Tweede Kamer (nu 150) naar honderd. Dat gaat natuurlijk niet lukken, want hiervoor is een grondwetswijziging nodig en dus een tweederde meerderheid van de parlementariërs en senatoren die met hun eigen afkalving moeten instemmen. Maar de kiezer weet straks meteen aan wie dat ligt. Niet aan Mark Rutte, maar aan al die zetelklevende politici.
Op het eerste gezicht is het een sympathiek voorstel. Premier Rutte is er een sterk voorstander van, want als goed liberaal zet hij zich in voor een kleine slagvaardige overheid. Er moet op allerlei terreinen bezuinigd en ingekrompen worden en dan moet de politiek ook naar zichzelf kijken. Een kleinere Kamer zou bovendien 'het denken in hoofdlijnen' ten goede komen en een rem zetten op de profileringsdrift van individuele Kamerleden. De goede verstaander ruikt al een aantal stokpaardjes van de VVD, maar dat hoeft geen bezwaar te zijn. Ik ben ook voorstander van minder bureaucratie en een kleine slagvaardige overheid. Wie niet trouwens? De hele politiek, van rechts tot links, is daar voorstander van of zou dat moeten zijn. Het is in het belang van alle burgers.
Maar waarom komt de Kamer dan niet zelf met zo'n voorstel? Omdat het om hun eigen baantjes gaat, zullen cynici zeggen. Maar de huidige Kamer heeft ook ingestemd met nieuwe verkiezingen, en dat belooft weer een slagveld onder zittende Kamerleden te worden. Kamerleden die er nog maar twee jaar zitten. Uit oogpunt van efficiëntie hadden ze dat beter niet kunnen doen. Het is bovendien vreemd dat het kabinet met zo'n voorstel komt. De regering die door de beide Kamers moet worden gecontroleerd, stelt inkrimping van die controlelichamen voor. Uiteraard onder het mom de algehele slagkracht van de politiek te willen verhogen, maar de regering gaat niet over de slagkracht van de Kamer. Dat is aan de Kamer zelf. Dat maakt dit voorstel uit het oogpunt van de gescheiden machten al dubieus. De Kamer maakt geen onderdeel uit van de overheid, maar moet waken overr het functioneren ervan.
Gaat dat beter met een kleinere Kamer? Dat is in principe niet uitgesloten, maar niet zondermeer waarschijnlijk. Het Nederlandse parlement is al relatief klein, en met honderd Kamerleden wordt het nog lastiger om die ingewikkelde en uit zichzelf uitdijende overheid te controleren. Het is al prachtig als die uitdijing in de hand kan worden gehouden. Daarvoor is expertise noodzakelijk, en die heb je niet zomaar, maar vraagt ervaring en specialisering. Dat kan natuurlijk leiden tot het behartigen van allerlei afzonderlijke deelbelangen, symboolpolitiek op de vierkante millimeter, en het overbelasten van een overheid die met steeds meer verzoeken uit de Kamer wordt belast. Dat is een nadeel, maar eigen aan de democratische politiek, en het is aan partijen als de VVD (die een kleine overheid voorstaan die zich op kerntaken richt) dat te voorkomen. Een kleinere Kamer, die ook uit politici kan bestaan die het heil van een 'actievere' (in de praktijk altijd grotere) overheid verwachten, doet daar op zichzelf weinig aan. Erger, verkleining van de Kamer zorgt voor extra onrust onder de Kamerleden die nog minder verzekerd zijn van hun herverkiezing en daardoor nog meer reden hebben om zich op populaire punten te profileren. Kortom, exact het tegendeel van wat Rutte beoogt.
Maar een kleinere Kamer wordt toch gedwongen tot meer generalisme en meer denken in hoofdlijnen? Welnee, dat is een gigantisch misverstand. Het klinkt wel goed om voorstellen tot een A4 te beperken, maar dat veronderstelt dat die generalisten weten waarover ze het hebben en niet louter ideologische stokpaardjes voor de bühne staan te verkopen. Denken in hoofdlijnen is belangrijk en inderdaad de kunst van de (democratische) politiek. Maar daarvoor moet je ook kennis hebben van de details, die in een hoogontwikkelde complexe samenleving als de onze onvermijdelijk zijn. Je moet juist de hoofdlijnen uit een grote onoverzichtelijke brij zien te halen, en daarin slagen alleen buitengewone politici met een heldere analytische geest en zin voor prioriteiten. Daarvan zijn er niet veel, maar in een kleinere Kamer neemt de kans af (niet toe) dat zulke (niet altijd even opwindende) politici het politieke slagveld zullen overleven. Standvastige en zelfstandig denkende politici kenmerken zich doordat zij juist meer, en niet minder, aan hun zetel willen blijven kleven. De Kamer is toch al zo'n duiventil, en dat verandert niet gezien de constante roep om politieke 'vernieuwing' en 'verjonging', een veel grotere kwaal die de slagkracht van zowel het parlement als de overheid nadelig beïnvloedt.
Hier zit de grootste ziekte van onze democratie: het verkopen van modieuze onzin en gebakken lucht. Die kan alleen bestreden worden door een parlement met kritische politici die verstand van zaken hebben en zich geen knollen voor citroenen laten verkopen. Daarbij zit de duivel in de details, details die meestal niet op een A4tje passen. Als er iets schadelijk is voor de slagkracht van parlement en overheid, dan is dat het lanceren van gemakzuchtige, goed in het gehoor liggende, slecht doordachte ideetjes. Uit die categorie komt dit voorstel van premier Rutte. En dat had hij kunnen weten, want de weerlegging van dit voorstel vraagt niet eens om een doorwrocht kritisch oordeel van de Raad van State. Daarvoor volstaat een vlot geschreven stukje voor de
Dagelijkse Standaard. Maar waarschijnlijk heeft de premier het zo druk met zijn denken in hoofdlijnen, dat hij zelfs geen tijd heeft om dit te lezen.