Historische machtsgreep

Geen categorie21 mei 2012, 8:59
Een nieuwe column van Leon de Winter, over Eutopia en europaten. 
De Karel de Grote-prijs wordt elk jaar in Aken uitgereikt aan iemand die zich inzet voor de Europese zaak. Grote historische figuren hebben de prijs in ontvangst mogen nemen, en dit jaar is het de Duitser Wolfgang Schäuble die in het Europese zonnetje wordt gezet. Afgelopen woensdag werd dat in Aken voorafgegaan door een congres over de EU. Het eerste discussiethema betrof ’integratie’, en verdomd, daar was ik ook voor uitgenodigd. Ik mocht met de Amerikaanse ambassadeur in Duitsland en de leider van het blok van socialisten en democraten in het Europees Parlement, Hannes Swoboda, de discussie openen. Dat werd een confrontatie.
De organisatie meende dat het interessant zou zijn om een keer een andere stem te laten klinken, en dat vond ik ook. Maar de eurocraten en europaten die in de zaal aanwezig waren – ik denk dat vijfennegentig procent van hen mijn bloed kon drinken – waren nog niet zover. Het europeanisme dat zij aanhangen is een geloof dat ver voorbij de rede ligt, zoals vele vormen van geloof en bijgeloof. Een van de deskundigen legde het als volgt uit: de wereld is groot en alle Europese landen zijn klein, er is sprake van globalisering en we kunnen alleen meekomen als we samen één worden, doen we dat niet, dan gaan we ten onder en worden we weer net zo arm als vóór de invoering van de euro.
Al die lichtzinnige aannames kunnen niet ter discussie worden gesteld, zo ervoer ik. Ik stelde dat de invoering van de EU en de euro fatale vergissingen zijn. De EEG was een uitstekend vehikel, maar door de invoering van de euro werden de budgetten van de betrokken landen aan elkaar gekoppeld, dus ook de overbestedingen. Ook zei ik dat culturele identiteiten niet kunnen worden weggevaagd door ambtelijke decreten vanuit Brussel.
Dit riep de toorn op van de aanwezige Hongaarse schrijver Gyorgy Konrad, die vorig jaar de Karel de Grote-prijs had mogen ontvangen. Een europaat in hart en nieren is Konrad, en hij wees me er paternalistisch op dat ik het begrip ’identiteit’ niet zomaar mocht gebruiken. Dat was een beladen term. Hij geloofde niet in ’identiteit’.
Het maakt mij niet uit of je daar wel of niet in gelooft – identiteit is een feit. Konrad is een Hongaar, ik een Hollander. Ga Turken maar eens wijsmaken dat ze geen identiteit hebben, of Ieren. Maar in dit gezelschap van supranationale politici, academici, en een verdwaalde schrijver – velen met gesubsidieerde banen die samenvallen met hun geloof in het Europese model – waren mijn opmerkingen niet welkom. Ik was een provinciaal, riep een Duitse politicus. Ik ben een provinciale wereldburger, maakte ik daarvan. De essentiële vraag waarom Duitsland het wel goed doet op de wereldmarkt en Griekenland niet, mocht niet diepgaand beantwoord worden. De Duitsers produceren een hele reeks topproducten die de wereld, recessie of niet, graag wil hebben. De Grieken produceren die dingen niet. Hebben ze nooit gedaan. Waarom niet? Dat zijn lange, complexe verhalen, die veel te maken hebben met cultuur, traditie, etniciteit, de natuurlijke omgeving, allemaal begrippen waarvoor de europaten als de dood zijn.
Munt kwijt
Wat is de EU? Dat is een bureaucratie op zoek naar een natie, zo werd me duidelijk. Ambitieuze politici hebben de instituties gemaakt, en niet eens op basis van slechte bedoelingen (’nooit meer oorlog’, en dergelijke), en nu zijn die instituties bezig nationale soevereiniteit naar zich toe te halen. Dat is een sluipend proces. Ik zei op dat congres dat ik Nederland niet wilde overlaten aan Brusselse bureaucraten, waarop Swoboda me toeriep: ’Holland heeft al lang geen soevereiniteit meer!’ Zo kijkt dus de leider van de sociaaldemocraten en de democraten in het Europees Parlement tegen Nederland aan. We zijn al geen natiestaat meer, beweert Swoboda. Brussel heeft het al voor het zeggen in ons land. Wie heeft ons daarom gevraagd? Niemand. En toch breken onze politici stukje bij beetje onze soevereiniteit af.
Desalniettemin blijven de culturen en dus ook de identiteiten in Europa diepgaand verschillen. In de korte treinrit tussen Heerlen en Aken overschrijd je nog altijd de culturele grens tussen Nederland en Duitsland, ook al wordt er niet meer gecontroleerd. Maar de grens is zichtbaar, in alles. In huizenbouw, landschap, winkels, omgangsvormen, voedsel. De EU wenst zich niet aan culturen te storen. De europaten geloven in iets wat ze Europese integratie noemen. Maar als je niet in culturele identiteiten gelooft, wat valt er dan te integreren?
Een bureaucratie op zoek naar een natiestaat. De bureaucraten spelen dus een staat na. Een vlag. Een volkslied. Een president. Een parlement. Allemaal het theater van de illusie om te verhullen dat ’de’ Europese taal niet bestaat, dus ook niet ’de’ Europese cultuur of ’het’ Europese volkskarakter. Ondertussen richten zij een kolossale verwoesting aan. De Zuid-Europese landen zijn het belangrijkste middel waarmee zij hun te grote uitgavenpatroon konden opvangen, devaluatie van hun munt, kwijtgeraakt. Een nieuw machtscentrum houdt zich met zaken bezig die de bestaande natiestaten verzwakken, zonder dat de bevolkingen daarop greep krijgen. Een machtsgreep van historische omvang is gaande, en we hebben dat eigenlijk nauwelijks in de gaten.
Averechts
Die afgedwongen eenheid laat averechtse effecten zien. Hoe zwaarder die EU wordt, des te meer willen wij onze culturen beschermen, onze tradities en rituelen in stand houden. Hoe meer druk van boven, des te meer beseffen we dat Europa een leeg begrip is. Een begrip gehanteerd door een ambitieuze supranationale elite, waarvan ik de zelfgenoegzame leden in Aken mocht meemaken.
Deze destructieve klucht moet echt stoppen. Weg met die euro. Weg met de tirannie van het Brusselse commissariaat.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten