De economische crisis treft Nederland. Vele Nederlanders liggen er s nachts wakker van. Maar ook het probleem van de islamisering houdt velen nog steeds bezig. Niet alleen in Nederland overigens. Dinsdag wordt in New York mijn boek over de islam gelanceerd. Een boek dat stelt dat de Koran geen boek is dat door Allah werd geschreven. Maar dat, integendeel, ontsproot aan het brein van Mohammed. Dat is de waarheid, maar volgens de islam is dat regelrechte blasfemie.
De islam beweert dat de Koran voor het begin der tijden door Allah persoonlijk werd geschreven. In het Arabisch, aldus vers 20:113. De originele versie van het boek - de Umm al-Kitab, de Moeder van het Boek - ligt op een gouden tafel in de hemel. De Koran is dus heel andere koek dan de joodse of christelijke bijbel die geschreven werd door profeten of apostels. De rechtstreekse auteur van de Koran is Allah himself.
Volgens de islam noteerde Mohammed gewoon wat de aartsengel Gabriël hem voorlas uit Allahs boek. Wie daaraan twijfelt, moet voor zijn leven vrezen. Daarom is historisch en taalkundig onderzoek naar de oorsprong van de Koran absoluut taboe.
Suliman Bashear, professor aan de Palestijnse universiteit in Nabloes, werd in 1991 door zijn studenten uit het raam van de tweede verdieping gegooid omdat hij vragen stelde bij de historische waarheid van de Koran. Een Libanese of Syrische taalkundige, waarvan niemand de ware identiteit kent en die zich verschuilt achter het pseudoniem Christoph Luxenberg, beweert dat de Koran niet in het Arabisch werd geschreven maar in het verwante Syro-Aramees. Ook hij vreest voor zijn leven, want Allah zelf heeft immers gesteld dat de koran in het Arabisch is geschreven. Wie dat ontkent pleegt blasfemie. Toen Newsweek enkele jaren geleden een artikel over de theorie van Luxenberg publiceerde, werd het prompt verboden in een aantal Arabische landen.
Toch zijn de bewijzen dat niet Allah, maar Mohammed de auteur van de Koran is, overweldigend. Als we de Sira, de biografie van Mohammed geschreven door Ibn Ishaq in de achtste eeuw, lezen, valt het op hoe Allah vaak met teksten kwam die direct inspeelden op Mohammeds politieke, seksuele en hebzuchtige verlangens. Je moet blind zijn om niet te zien dat Mohammed een opportunist was die de teksten aanpaste naargelang het hem uitkwam.
Neem het voorbeeld van de zogenaamde Satansverzen. In de beginperiode van de Islam, vond Mohammed weinig gehoor in zijn geboortestad Mekka. Zijn stadsgenoten geloofden niets van wat hij hun vertelde over de zogenaamde boodschappen van Allah. Mohammed, die steun zocht bij de Mekkanen, stond daarom toe dat de moslims zouden bidden tot de belangrijkste godinnen van Mekka. Hij zei dat het dochters waren van Allah. Het waren goede bemiddelaars, aldus de Koran.
Later, toen Mohammed ruzie kreeg met de Mekkanen, herriep hij die bewering. Hij zei dat de boodschap niet van Gabriël was gekomen, maar van Satan. Het is een gebeuren, dat weliswaar in de Sira staat, maar waar islamieten niet graag aan herinnerd worden. Salman Rushie kreeg een fatwa over zich heen voor zijn boek De Satansverzen. De Japanse vertaler van Rusdies boek werd vermoord; twee andere vertalers en de Noorse uitgever van het boek ontsnapten ternauwernood hetzelfde lot.
Omdat Mohammed geen gehoor vond bij de Mekkaanse polytheïsten, zocht hij steun bij de joden en de christenen in de stad. Vandaar dat Allah in de beginperiode van de islam met nogal wat vriendelijke teksten voor hen kwam. Maar toen de joden en de christenen Mohammed niet erkenden als Gods nieuwe profeet, begon de Koran hen te bedreigen met hel en verdoemenis. Nieuwe verzen riepen de moslims op met hen de oorlog aan te gaan.
Zo ontstond de situatie dat er nogal wat verzen staan in de Koran die elkaar tegenspreken. De moslims hebben dit probleem opgelost met de abrogatie-theorie: Latere verzen herroepen de vroegere verzen. Maar ook daaraan worden ze niet graag herinnerd. Paus Benedictus beging in 2006 in een toespraak in Regensburg de onvoorzichtigheid te vertellen dat er een verschil bestaat tussen de verdraagzame verzen van de eerste periode, toen Mohammed nog machteloos was, en de vijandige verzen van de latere periode. Wildemannen staken prompt kerken in de fik in islamitische landen en vermoordden katholieke religieuzen. De paus bood snel zijn excuses aan.
Mohammed manipuleerde de Koran niet alleen om politieke redenen. Hij deed het ook uit seksuele lust. Toen Mohammed de vrouw van zijn adoptiezoon begeerde, verplichtte hij zijn zoon om van haar te scheiden. Volgens de Arabische incestregels kon hij echter niet trouwen met de ex van een adoptiezoon. Maar ziet, daar kwam Allah met een koranvers (33:37-38) dat hem zei dat hij met haar moest trouwen om op die manier duidelijk te maken aan de moslims dat zij voortaan met de ex van hun adoptiefzonen mochten trouwen.
Mohammed manipuleerde de Koran ook uit materiële hebzucht. Na de overval op een Mekkaanse handelskaravaan bij Badr in maart 624 wilde Mohammed de hele buit voor zich alleen. En daar kwam Allah met een vers (8:1) dat stelde dat de hele buit voor Allah en zijn apostel was.
Dit gedoe wekte de achterdocht van Mohammeds klerk, de man die de verzen noteerde die Mohammed dicteerde nadat de engel Gabriel ze openbaarde uit Allahs boek. De klerk werd een afvallige en ging er als een haas vandoor.
Ook hieraan worden de aanhangers van de islam niet graag herinnerd. Maar dat de Koran niet geschreven werd door Allah in de hemel is nu eenmaal de waarheid. De Koran werd door Mohammed verzonnen naargelang het hem opportunistisch uitkwam. Met die waarheid mogen we moslims best confronteren. Want alleen de waarheid leidt tot vrijheid. En als de waarheid is dat de Koran niet het woord van Allah is, hoeft zij ook niet letterlijk te worden genomen.
Geert Wilders