Deze maand is het dertig jaar geleden dat Argentinië de Falkland-eilanden (de Malvinas) bezette en Margaret Thatcher tot verbazing van iedereen besloot daar de Britse vloot op af te sturen. "Gentlemen, we are going to fight!" Iedereen verklaarde de Britse premier voor gek, tot de Britse minister van Buitenlandse Zaken Lord Carrington aan toe. Hij besloot af te treden, maar maakte zijn besluit pas kenbaar toen de oorlog voorbij was en de Britten de Falklands tot groot enthousiasme van het thuisfront hadden ontzet.
Achteraf is de Falkland-oorlog als een keerpunt de geschiedenisboeken ingegaan, waarbij Margaret Thatcher haar reputatie als de onverzettelijke Iron Lady die zich sterk maakte voor het Westen in het algemeen en de Britse soevereiniteit in het bijzonder pas echt vestigde. Maar in april 1982 lag dat allemaal niet zo duidelijk. Velen zagen niet in wat de Britten nog moesten met een paar rotsige eilanden in de Zuid-Atlantische Oceaan die begin negentiende eeuw waren verworven, toen het hoogtepunt van het Britse Wereldrijk nog moest aanbreken. Ook de toenmalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Alexander Haig dacht er zo over. In lijn met de Amerikaanse Monroe-doctrine, die geen invloed van de Europese mogendheden in de Amerika's wilde toestaan, was hij meer op de hand van de Argentijnen, waar toen een wrede rechtse militaire junta aan de macht was. Ronald Reagan daarentegen was onder de indruk van het lef van zijn Britse politieke vriendin, die ook benadrukte dat de plaatselijke bevolking (ongeveer drieduizend Britten) op de Falklands bij Groot-Brittannië wilde blijven horen. Aan die roep moest in naam van de democratie gehoor gegeven worden, waarmee tevens een halt kon worden toegeroepen aan de ontstopbare afkalving van het voormalige Britse Rijk. Die ontmanteling ging onder Thatcher overigens gewoon door. Zij sloot een deal met Robert Mugabe over de wisseling van de wacht in Zimbabwe (het voormalige Rhodesië van Ian Smith), en in 1984 zegde zij aan de Volksrepubliek China toe dat de Britse kroonkolonie Hongkong in 1997 aan het einde van een honderdjarig leasecontract naar China zou terugkeren.
Maar binnenlands was de ster van Thatcher gevestigd en kon zij zich opmaken voor de beslissende strijd tegen de mijnwerkersvakbonden, die soms na stakingen van meer dan een jaar onder leiding van de legendarische communist Arthur Scargill het onderspit zouden delven. Zonder de overwinning in de Falkland-oorlog, die ook een einde maakte aan het gehate militaire bewind in Argentinië, was dat waarschijnlijk niet gelukt. In april 1982 was Thatcher in eigen land allerminst populair en bestond ook in haar eigen partij twijfel (zie het terugtreden van Lord Carrington) of de Iron Lady wel op de goede weg was. Haar harde aanpak had tot grote, bijna revolutionaire sociale spanningen geleid, een teloorgang van de Britse industrie en een verdere inkrimping van de Britse economie. Een nederlaag in de Zuid-Atlantische Oceaan, die op vele duizenden zeemijlen van huis voor de Britse vloot zeer wel mogelijk was, zou haar ongetwijfeld fataal zijn geworden.
Wat deze geschiedenis laat zien is hoe kantje boord het was. Tegenwoordig worden Reagan en Thatcher gezien als de vastberaden politici onder wie het Westen van zich af ging bijten. Zij luidden een ommekeer in de mondiale machtsverhoudingen in, ten gunste van de democratische wereld en ten nadele van dictatoriale regiems van links (in Oost-Europa) en rechts (in Latijns-Amerika). Daarbij bloeide ook het kapitalisme weer op. Maar tijdens de Falkland-oorlog was Groot-Brittannië praktisch failliet, en in de jaren zeventig hadden de Britten al bij het IMF moeten aankloppen. In 1982 verkeerde ook de Amerikaanse economie in een diepe crisis, de overwinning in de Koude Oorlog was nog ver weg. En dit was niet eens ouderwetse gunboat diplomacy, maar een regelrechte oorlog waarvan alle moderne geesten in die tijd meenden dat dit niet meer de manier was om eigentijdse conflicten op te lossen. Toen de Britse vloot uit Portsmouth met vlaggetjes werd uitgezwaaid, spraken de meer bedachtzamen van een enorme stap terug, van een historisch achterhoedegevecht tussen twee landen die hun verval niet konden verkroppen. Ik herinner me nog goed hoe krankzinnig we dit vonden, een totale absurditeit. Daarbij werd de Britse gekte overigens nog ruimschoots overtroffen door de Argentijnse, waar het nationale chauvinisme voor verbijsterende taferelen onder de bevolking zorgde. Ook de (vervolgde) linkse oppositie stond grotendeels achter de claims van de militairen, want de Malvinas, die waren Argentijns!
De goede afloop, voor de Britse conservatieven, voor de westerse wereld en zelfs voor de Argentijnse democraten, was dus niks minder dan een mirakel. En dat allemaal omdat de IJzeren Dame die zelf met haar rug tegen de muur stond, vanuit haar onderbuik besloten had te vechten voor een paar rotsige eilanden die voornamelijk door schapen werden bevolkt. Dit ging tegen elke geopolitieke en economische logica in. Stel je voor dat toen een conservatief met het wereldbeeld van Syp Wynia op Downing Street nr. 10 had gezeten. Dan heetten de Falklands gewoon de Malvinas en waren die herstructureringen van de Thatcher-revolutie waarschijnlijk veel later of helemaal nooit tot stand gekomen. De verleiding is groot voor een gedachtenexperiment. Hoe zou de regering-Rutte reageren als Hugo Chávez als laatste kunstje de Nederlandse Antillen zou inlijven? De PVV zou ongetwijfeld blij zijn dat we dat roversnest kwijt waren, en de SP zou er wellicht een progressieve sprong voorwaarts in zien. Het pronkistische deel van links Nederland zou zich waarschijnlijk sterk maken voor een interventie, omdat we onze arme Rijksgenoten niet in de steek mogen laten. En Elsevier zou berekenen dat zo'n maritiem avontuur ons economisch draagvlak te boven gaat en dat we daarvoor het geld niet hebben. Allemaal heel anders dan de wereld van dertig jaar geleden. Maar toch, maar toch. Het achterhoedegevecht van Margaret Thatcher om de Falklands - een krankzinnig staaltje out of the box denken - laat zien dat de geschiedenis vol rare bokkensprongen zit. Met de zakjapanner, nu het meest gebruikte hulpmiddel in het Catshuis, kom je niet ver. En met terugtrekken uit de wereld ook niet. Gelukkig is Nederland een klein land dat op momenten dat het spannend wordt - in weerwil van alle retoriek over nationale soevereinteit - zijn toevlucht bij andere westerse mogendheden zoekt. Voor gokkende staatslieden van het type Churchill of Thatcher is hier geen plaats.