Clingendael-rapport wijst op nadelen windenergie

Geen categorie21 jan 2012, 16:30
Onlangs kwam een nieuw rapport uit van het semi-autonome Clingendael-filiaal, 'Clingendael International Energy Programme' (CIEP), getiteld: 'Wind and Gas. Back-up or Back-out. “That is the Question”'. Het is geschreven door Nora Méray.
Eerst het goede nieuws en daarna het minder goede. Het is een helder, goed geschreven rapport, dat tal van interessante informatie bevat. De hoofdboodschap is dat windenergie duur is en altijd back-up capaciteit vergt van conventionele centrales. Het is ook een van de kostbaarste opties om de uitstoot van CO2 te verminderen.
Ik pik er een paar citaten uit:
Wind power has a low capacity credit (in NW Europe). This means that wind power does not significantly replace other generating capacity; alternative power sources need to be in place, together with new installed wind capacity for at least 80% of installed wind capacity, to ensure that there is sufficient back-up to meet market demand at times of reduced wind power supply. Most of this will have to come from conventional power plants.
If hydro capacity from Norway is available, this back-up capacity could be reduced to approximately 70%.
The effectiveness of wind power to reduce CO2 emissions is directly related to the level of CO2 prices. In today’s energy market with low CO2 prices, new installed wind power tends primarily to replace gas-fired power, resulting in limited CO2 reduction, and thus becomes an expensive and less effective way of reducing CO2 emissions.
Toch voel ik mij wat ongemakkelijk met dit CIEP-rapport.
Het is jammer dat het rapport wat laat komt. Bijna alles wat er in staat is al járenlang bekend. Ondertussen zijn er talloze miljarden in de bodemloze put van windenergie verdwenen en gaat het verder plaatsen van windmolens, met het daarbij behorende miljardenverlies, nog vrolijk door. (Ze zijn inmiddels al dicht bij mijn woonplaats genaderd.) Had het CIEP niet wat eerder kunnen waarschuwen? 
Dan is er nog iets. Volgens eigen opgave wordt het CIEP gesponsord [zelf gebruiken ze het woord 'endorsed', hetgeen m.i. niet de bedoeling kan zijn geweest] door:
BP, Delta, the Dutch Ministry of Economic Affairs, Electrabel GDF-Suez.Eneco, EBN B.V., Essent, Esso Nederland, the Dutch Ministry of Foreign Affairs, GasTerra, Nederlandse Gasunie, ING, NAM, NUON, Oranje-Nassau Groep, Port of Rotterdam, RWE, Shell Nederland, Total E&P Nederland, the Dutch Ministry of Housing, Spatial Planning and the Environment [VROM], Vopak Oil Europe Middle East & Africa, Wintershall.
Het zal duidelijk dat een ministerie als het voormalige VROM (in oktober 2010 is het ministerie van VROM samen met het ministerie van V&W opgegaan in het nieuwe ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M)) er alles aan zal doen om te voorkomen dat het CIEP van de AGW-leer (AGW = Anthropogenic Global Warming) afwijkt. De andere sponsors willen geen ruzie met de overheid, aanvaarden het klimaat cum energiebeleid als uitgangspunt en conformeren zich daaraan.
Een van de doelstellingen van het CIEP is:
To serve as an independent forum for governments, non-governmental organisations, the business community, politics, the academic world, media and other stakeholders or interested parties.
Maar die onafhankelijkheid valt dus erg tegen. Het CIEP houdt zich bijvoorbeeld verre van de behandeling van de prealabele vragen die er ten aanzien van het klimaatbeleid rijzen. Bijvoorbeeld: klopt de AGW-hypothese wel? Zoals mijn trouwe lezers weten, is dat m.i. niet het geval. We zitten nog steeds te wachten op die catastrofale opwarming, die ons is beloofd. Maar die wil maar niet komen. Maar zelfs indien deze vraag bevestigend zou worden beantwoord, kan men zich afvragen of een Europese Alleingang wel zinvol is. Het antwoord op die vraag is natuurlijk ontkennend. Ook al zou héél Europa een dergelijk geldverslindend beleid voeren, het klimaateffect daarvan zal niet meetbaar zijn. Waarom dan toch dit soort gestoei met ideetjes die alleen maar resulteren in 'all pain and no gain'?
Ook al zijn de conclusies van het rapport m.i. dodelijk voor windenergie, het had wat mij betreft nóg wat scherper gekund. We hebben toch in Nederland beslist geen tekort aan kritische deskundigen op het gebied van windenergie, zoals Kees Le Pair, Kees de Groot, Fred Udo, Pieter Lukkes en (wijlen) Hans Halkema. Onder de referenties kon ik geen van de genoemde auteurs aantreffen. Dat is toch wel een gemiste kans.
Pikant is dat in de voorbereidingsfase van het rapport vertegenwoordigers van de volgende bedrijven en organisaties werden geraadpleegd: Eneco, Energy Delta Institute, Gasunie, GasTerra, NAM, Nuon en Shell. Het is onduidelijk òf, en zo ja, in hoeverre met hun adviezen rekening is gehouden. Maar de betrokkenheid van de windmolenexploitanten Eneco en Nuon bij dit kritische rapport is toch wel opmerkelijk. Zouden zij, net als Shell die uit de windmolens is gestapt, nu wroeging hebben over hun onbesuisde investeringen? 
Voor mijn eerdere DDS-bijdragen zie:
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten