Afgelopen zondag was de Europese federalist en Belgische oud-premier Guy Verhofstadt te gast in het televisieprogramma Zomergasten. Deels was dat een tenenkrommende uitzending, deels ook niet, want de leider van de liberale fractie in het Europees parlement zorgde voor een geanimeerde avond en maakte de Nederlandse tongen los (onder andere die van Frits Bolkestein in
de Volkskrant, die eerder vond dat Verhofstadt zijn kop moest houden en nu vond dat de Belg met goedkope sneren kwam aan het adres van de eurosceptici).
In de uitzending zat ook een fragment van de Franse oud-president François Mitterrand, die een ademloos toehorend Europees parlement toesprak en eindigde met een krachtig uit zijn tenen komend 'Le nationalisme, c'est la guerre!'. Het was een indrukwekkend fragment, omdat Mitterrand in zijn nadagen verkeerde, de dood al voor ogen had en uit het hoofd en uit het hart sprak. Dit was iemand die wist waarover hij het had. Mitterrand heeft zo'n beetje de hele Europese Werdegang aan den lijve ondervonden. Begonnen als conservatief katholiek politicus was hij ambtenaar in het met Duitsland collaborerende Frankrijk van Vichy, om later als verzetsman in Duitse gevangenschap te belanden. Daarna werd hij socialist, en na een lange periode van 'net niet' uiteindelijk ook Frans president met steun van de communisten, die hij vervolgens ook weer uitkneep en marginaliseerde. Mitterrand was een machiavellist, maar aan zijn oprechtheid over het Europese ideaal hoeven we niet te twijfelen, misschien ook omdat hij graag koketteerde met het kwaad en op sfinx-achtige manier 'foute' Duitse schrijvers waardeerde. Misschien is dat wel de verzoening bij uitstek. (Mitterrand hield ook allerlei foute Franse vrienden uit zijn Vichy-tijd de hand boven het hoofd.)
Had hij gelijk met zijn uitroep dat het nationalisme de oorlog is? Jongere generaties zien dat vaak als demagogische bangmakerij, als vast bestanddeel van de europropaganda om vrije volken in een strak Europees keurslijf te dwingen. En inderdaad, tenenkrommend in dat fragment waren die in aanbidding toeluisterende europarlementariërs, die onder leiding van Jacques Delors (die er ook was) af en toe in applaus uitbarstten, alsof ze zelf hoogstpersoonlijk de vrede in Europa aan het redden waren. Dat wil echter niet zeggen dat ze het niet meenden. Wie permanent onder de Brusselse kaasstolp verkeert, raakt vanzelf onder de indruk van de grote Europese ommekeer die in korte tijd is bereikt. En de oude Mitterrand had het allemaal zelf meegemaakt, net als Helmut Kohl, die te jong was om te vechten, maar wel volwassen werd in een Duitsland dat helemaal aan gort was geschoten en aan alles schuld had. Natuurlijk betekende voor deze mannen het nationalisme in extremis de oorlog, en natuurlijk moest die geschiedenis worden overwonnen.
Maar vergis je niet, Kohl was ook de man van de Duitse eenwording en Mitterrand heeft het belang van Frankrijk nooit uit oog verloren. Hun nationalisme was in de Europese Idee ingebed en daarom ook overtuigend. Ik denk dat hun Europese gezindheid geloofwaardig was omdat zij ook de enorme kracht van het nationale chauvinisme kenden. Dat nationalisme is natuurlijk niet weg en kan in opgehitste vorm altijd weer de kop opsteken. Het probleem van partijen als de PVV is niet dat zij nationalistisch zijn en Nederland weer aan de Nederlanders willen teruggeven (dat is eerder een politieke correctie van een doorgeschoten internationalisme), maar dat zij elke verwijzing naar de gevaren van het nationalisme meteen als slinkse verdachtmaking aan hun adres van de hand wijzen. Elke verwijzing naar de oorlog is voor hen een godwin. En misschien is dat ook wel zo, want het grote nadeel van de politieke correctheid is dat latere generaties niet meer zelf nadachten, maar een doctrine begonnen uit te dragen over een oorlogsgevaar dat ze zich niet echt meer konden voorstellen (aan oorlog doen wij verlichte Europeanen niet meer!), maar dat nog wel als opgelegd pandoer in herinnering wordt gebracht. Daardoor geldt de Europese Idee nu als propagandapraatje, als ideetje voor carrièremakers.
Dat Mitterrand een formidabele carrière heeft gemaakt, en ook zijn cynische en zelfs leugenachtige kanten had, valt niet te ontkennen. Mitterrand was geen braverik, maar een overspelige natuur en kende alle kanten, óók de foute. Daardoor wist hij waarover hij het had. Bij veel eurocritici van vandaag heb je dat idee niet en dat is precies het probleem. Het verklaart waarom beide partijen zo krampachtig doen, de brave Europeesgezinden die het ook maar van horen zeggen hebben, en de vurige nieuwe nationalisten die het gevaar lopen weer in oude complotten te gaan denken. Beide kampen begrijpen elkaar niet, en willen elkaar niet begrijpen.