Filosoof waarschuwde zes jaar terug al voor spanning tussen instituut en cultuur.
Zes jaar nadat het Nederlandse 'Nee' tegen de de Europese Grondwet een eerste deuk sloeg in de Europese droom van een Eurofiele-elite, staat de Europese Unie meer onder druk dan ooit. In een ten tijde van dat referendum gepubliceerd essay werd dit reeds door filosoof Ad Verbrugge voorspeld.
Op het eerste gezicht zijn de huidige problemen met de EU louter van sociaal-economische aard: Noord-Europeanen moeten door middel van belastinggeld Zuid-Europa op de been zien te houden. Maar wie echter even verder kijkt ziet dat het hier veel meer om een sociaal-cultureel probleem gaat. Meer in het bijzonder gaat het dan om het feit dat de EU is opgetuigd als een staat - bv. Hof van Justitie, Parlement -, terwijl een staat niet enkel een geografische eenheid dient te zijn, maar tevens een culturele eenheid verondersteld. Het is nu juist dat laatste waar het de EU aan ontbreekt, en dat kan gevaarlijker zijn dan menigeen zich lijkt te beseffen. '[H]et moedwillig afdwingen van een politieke en institutionele eenheid kan (...) de innerlijke verdeeldheid tussen de burgers van Europa doen toenemen', aldus Vebrugge.
Deze spanning tussen instituut en cultuur betekent komt erop neer dat de EU niet vanaf onderaf wordt geleefd maar van bovenaf wordt opgelegd. Verbrugge vergelijkt dit met het voormalig communistische blok, 'waarin een gekunstelde 'rationele' ideologie haar culturele wortels had verzaakt en juist als bureaucratische macht het voortbestaan van dit blok zelf had ondermijnd.' En: 'We zien in de 'doelgerichte rationalisaties' van de Europese unie wederom een communistisch motief naar voren komen: een technisch-economisch georiënteerd systeem dat prevaleert boven het bewaren van de diversiteit van culturen en hun praktijken.'
Even later schrijft Verbrugge iets wat zes jaar later wel heel veel overeenkomt met de werkelijke situatie:
Of de Europese burgers bij een hevige economische crisis hun onderlinge solidariteit zullen kunnen bewaren, is dan ook de vraag, te meer (sic) daar het belangrijkste argument voor de vorming van de Europese Unie voor de burgers zelf de bevordering van de eigen welvaart is. Op die manier ontstaat spanning tussen instituut en cultuur. (...) Een gezonde economie vooronderstelt hoe dan ook een culturele samenhang binnen een gemeenschap. Het is de vraag of de huidige Europese eenwording die niet juist ondermijnt.
Helaas staat het gehele, 52 bladzijden tellende essay niet online. Om het te kunnen lezen zult u Verbrugges bundel 'Tijd van Onbehagen' moeten aanschaffen, overigens geen straf.
Wat ik u tot slot nog wil meegeven is wat Verbrugge in voetnoot 27 over de bijdrage van Nederland aan Europa schrijft:
Een 'populist' heeft hier een thema voor het oprapen. We zouden op dit moment niet zeventien miljard hoeven te bezuinigen - ja we zouden zelfs geld overhebben - wanneer het bedrag dat we de afgelopen tien jaar netto aan Europa hebben betaald, gewoon zelf hadden kunnen houden. Nog populistischer gezegd, de Nederlandse uitkeringstrekkers en belastingbetalers leveren de komende jaren niet in voor een beter onderwijs en betere zorg in ons eigen land, maar moeten vooral bloeden voor het feit dat Europa al jarenlang Spaanse projecten en Franse boeren financiert, zodat die laatsten hun producten kunnen dumpen op de wereldmarkt en daarmee de boeren uit derdewereldlanden te gronde richten.
Ik heb zo'n flauw vermoeden dat Verbrugge's werk niet onbekend is voor de Grote Blonde Roerganger uit Venlo...