Jongens, tijd om naar het grote plaatje te kijken!
Het laatste onzalige plan om de zieke eurozone overeind te houden, is de zogenaamde buy-back optie. 'Europa' zal dan Grieks staatspapier terugkopen van beleggers tegen de marktprijs, die ongeveer 50% lager is dan de waarde op het moment van uitgifte. Daarmee hoopt Europa twee vliegen in een klap te slaan: 1) de private sector lijdt pijn en 2) het kan rust brengen op de financiële markten doordat de onzekerheid over de verliezen weggenomen wordt. Europa betoont zich weer assertief in het bestrijden van de schuldencrisis en beleggers worden hopelijk rustiger doordat ze weten hoeveel pijn ze precies gaan voelen. En heel stiekem hopen de eurofielen zo schulden te nationaliseren, zodat private partijen uiteindelijk wel weer gaan lenen aan onze Zuid-Europese zorgenkindjes. Verliezen in de eurozone zijn toch voor de belastingbetaler.
De schaduwkant is echter dat dat geld kost. Heul veul geld. Een buy-back voor Griekenland is nog wel te financieren uit het EFSF (het eerste noodfonds van 750 miljard), maar willen we hetzelfde met de rest van de PIIGS doen, dan hebben we vele honderden miljarden meer nodig. En reken maar dat Spanje en Italië een buy-back nodig hebben. Denk dus in de richting van een fonds ter waarde van 2000 miljard euro. Een hilarische som, want daarvoor is 3500 miljard aan garanties nodig. Een bedrag waarvoor natuurlijk de hele eurozone garant staat, maar dat in feite slechts door een handvol (AAA-)landen opgehoest kan worden. De PIIGS kunnen immers niet meebetalen aan hun eigen redding.
Overigens, de kredietwaardigheid van de koene Noord-Europeanen wordt telkens maar for granted genomen. Maar laten we ons eens de vraag stellen of Nederland en Duitsland überhaupt aan zo'n noodfonds kunnen bijdragen zonder zelf in de problemen te komen. Onderstaand kaartje geeft daar inzicht in.
U hoeft geen econometrist te zijn om te zien dat Duitsland, Frankrijk en Nederland gewoon heel veel meer gaan bijdragen. In ieder geval staan ze garant voor meer dan een kwart van hun BBP (GDP, laatste kolom). En wannneer komt de kredietwaardigheid van een land nu op het spel te staan zoals dat nu in Zuid-Europa het geval is? O ja, wanneer de verhouding tussen BBP en de staatsschuld gevaarlijk wordt. De uiteindelijke noodfondsgaranties zouden voor Duitsland een staatsschuld kunnen betekenen van zo'n 110% van het BBP. En voor Nederland is het niet veel beter.
Als wij er dus toe over gaan om onze verre zuiderburen financieel te ondersteunen onder noemer van 'De Redding Van De Euro', verliezen we uiteindelijk zelf ook onze goede kredietwaardigheid. Leuk joh!