Oud-raadsheer en emeritus hoogleraar strafrecht overwoog en zou nu meineed plegen.
Toen raadsheer en emeritus hoogleraar Tom Schalken zich eerder deze maand in een interview met NRC Handelsblad in niet mis te verstande bewoordingen ongemeend kritisch uitliet over de vrijspraak in de zaak-Wilders, vroeg ik mij af wanneer de storm van kritiek op deze nestbevuiler zou losbarsten. Met alle (al dan niet terechte) heisa rondom Wilders' stevige kritiek op de rechtsprekende macht een klein jaar eerder (zelfs de president van de Hoge Raad voelde zich geroepen te reageren) kon het toch niet zo zijn dat Schalken hiermee zomaar weg zou kunnen komen. Zijn kritiek richtte zich per slot van rekening op een vonnis in een strafzaak waar hij zelf van aan de basis stond!
Gelukkig bleef die kritiek dan ook niet uit. Op een verdwaalde JOOP-columnist na werd Schalken door Elsevier tot aan de Volkskrant behoorlijk aangepakt.
Maar trotse Tom had daarmee blijkbaar nog niet genoeg kritiek over zich heen gekregen en liet zich nog maar eens interviewen, ditmaal door Kustaw Bessems van De Pers (ook wil Schalken natuurlijk zijn aankomende boekje goed laten verkopen). In dat interview - waarover Michael eerder vandaag reeds dit commentaar schreef - wordt eens te meer duidelijk dat Schalken een slecht verliezer is. Zo noemt hij arabist Hans Jansen - de man die het balletje aan het rollen bracht - onder meer een 'pathologische griezel', schermt Schalken met een beschadigende roddel over Bram Moszkowicz, verwijt hij de rechtbank dat zij 'boog voor beeldvorming', vindt hij dat alle journalisten constant allemaal kritische vragen aan hem stellen (toch iets wat in mijn ogen iemand tot een goed journalist maakt, maar ach, wie ben ik...), verwijt hij hoogleraar Theo de Roos en PvdA-Kamerlid Jeroen Recourt stemmingmakerij en als klap op de vuurpijl meent Schalken dat erop 'blogs van PVV-aanhangers' en in columns zelfs een heuse hetze tegen hem is gevoerd. Enfin, als we Schalken zelf moeten geloven, heeft de hele wereld de afgelopen tijd weleens op zijn pikkie getrapt.
Het is echter niet eens zozeer dit gejammer van Schalken dat mij aan dit interview opvalt - dat zijn we nu inmiddels wel van hem gewend, zou ik zo zeggen -, maar wel de volgende twee punten die in de media tot nu toe onderbelicht zijn gebleven.
Het eerste punt is dat Schalken zegt het jammer te vinden dat de zaak niet is doorgegaan tot aan de Hoge Raad, en hij voegt daaraan het volgende toe:
Mensen begrijpen niet dat als je een symbool van een religie beledigt je de gelovigen niet zou beledigen. Dat onderscheid door de rechtbank is buitengewoon gekunsteld.
Daarmee lijkt hij te impliceren dat hij daar graag het oordeel van de Hoge Raad over had willen horen. Maar het is juist precies de Hoge Raad zelf die zeer recent (maart 2009, dus zelf na de beschikking van het Hof!) nog dit onderscheid in het welbekende Gezwel-arrest heeft bevestigd. Het is zeer onwaarschijnlijk dat een top(straf)jurist - want dat, zo beamen vriend en vijand, is hij wel degelijk - als Tom Schalken hiervan niet op de hoogte zou zijn, en het is dus de vraag waarom hij deze fout hier opzettelijk maakt.
Dan het tweede en (nog) vele malen kwalijkere punt, dat gaat over de gang van zaken tijdens Schalkens verhoor ter zitting. Hij zegt daarover:
Mijn advocaat en ik hebben de zaak juridisch natuurlijk goed voorbereid, en daarbij een verkeerd uitgepakte strategie gevolgd door volledig open te zijn. Daardoor ben ik te veel gaan meedenken met Moszkowicz. Als ik voortdurend gezegd zou hebben: ik weet het allemaal niet of ik beroep me op mijn verschoningsrecht, of als mijn advocaat voortdurend was opgesprongen voor de camera: dat zou een heel beroerde indruk hebben gewekt, alsof ik wat te verbergen had. Achteraf hadden we dat toch moeten doen.
Voor de duidelijkheid: een getuige heeft (in tegenstelling tot een verdachte) geen zwijgrecht en is dus verplicht naar waarheid te antwoorden, waartoe hij de eed of belofte aflegt. Onder ede/belofte liegen is een strafbaar feit (meineed) waarop een maximale gevangenisstraf van maar liefst zes jaar (!) staat.
Leest u nu het citaat van Schalken nu nog eens rustig terug. Hij zegt daarin dat hij heeft overwogen om te zeggen dat hij het allemaal niet meer wist en zelf dat hij achteraf vindt dat hij dat had moeten doen. Met andere woorden: achteraf gezien vond deze (nu oud-)raadsheer en emeritus hoogleraar strafrecht dus dat hij meineed had moeten plegen! Daarmee ondermijnt Schalken de democratische rechtsstaat dus nu niet alleen meer middels zijn nestbevuiling, maar deinst hij er klaarblijkelijk ook niet voor terug om wanneer hem dat goed uitkomt de regels van die democratische rechtsstaat terzijde te schuiven...