De babyboomers zitten tegenwoordig in de beklaagdenbank. De 'protestgeneratie' die in de jaren zestig (en zeventig) zoveel kritiek had op de eigen ouders, ligt nu onder vuur van de eigen kinderen. De babyboomers zouden niet alleen te veel praatjes hebben gehad, maar met hun 'vrijheid blijheid' te weinig toekomstgericht en te hedonistisch zijn geweest, en aldus verantwoordelijk zijn voor de algehele verslapping van het leefklimaat en de financiële tekorten bij de overheid. Het 'wij eisen geluk' heeft volgens de critici van vandaag van de overheid een geluksmachine gemaakt en als toppunt van decadentie hebben de babyboomers, die met velen waren, dankzij de pil en andere 'uitstellers' voor het volwassen worden ook nog eens voor te weinig kinderen gezorgd. Daardoor wordt de zwaarbelaste jeugd van nu straks ook met enorme vergrijzingskosten opgezadeld. De kids van nu, die met weinigen zijn, hebben weliswaar een bevoorrechte jeugd gehad, maar omdat het hun aan niets ontbroken heeft en ze een hoog eisenpakket gewend zijn, zijn ze slecht toegerust voor de gebreken van later. En dat nemen ze de babyboomers - hun ouders - kwalijk.
Ironisch (en absurd) is het huidige 'generatieconflict' zeker. Veel kennis van het verleden spreekt er niet uit. Nog geen honderd jaar geleden werd een hele generatie jongemannen opgeofferd in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog. Niet dat zij na afloop niet geklaagd hebben. De Tweede Wereldoorlog vloeide rechtstreeks voort uit de wrok over de Eerste, vooral bij degenen die in 1918 in het verliezerskamp hadden gezeten (al waren zij nog wel zo 'gelukkig' dat zij de slachting hadden overleefd). Dat laat zien dat je altijd enig geluk nodig hebt om te kunnen klagen, maar verder mogen we wel zeggen dat de generaties die tussen pakweg 1880 en 1930 geboren waren heel wat meer te klagen hadden dan die van nu. In die periode werden ook heel wat misdaden begaan, door leden van dezelfde generaties. Helmut Kohl (1930) had het altijd over 'die Gnade der späten Geburt', en hij wist waarover hij het had (hij maakte ook de totale berooidheid van Duitsland na de oorlog mee en het latere Wirtschaftswunder dat door hard werken en kiezen op elkaar tot stand was gekomen). Kohl was echter weer te oud om tot de echte protestgeneratie te horen. Dat waren de '68ers, die hun ouders in staat van beschuldiging stelden omdat zij zich niet tegen Hitler hadden verzet. In de VS was de oorlog in Vietnam een belangrijke reden voor de protestgeneratie van de sixties (er was toen nog dienstplicht). Wat je er verder ook over mag zeggen, dat waren thema's van leven en dood. Ook in Nederland was het niet enkel onnozelheid: de bezettingstijd en de politionele acties (toen jongemannen die net de oorlog hadden overleefd onvoorbereid naar het andere eind van de wereld werden gestuurd om daar tegen een onbekende vijand te gaan strijden) waren geen kleine zaken. Zelfs degenen die na de oorlog in het verzet zijn gegaan sneden belangrijke morele thema's aan. En de welvaart die na de oorlog voor het eerst ook de grote massa's koopkracht bracht, zorgde voor een nieuw levensgevoel dat heel goed samenviel met de nieuwe vrijheden van seks, drugs en rock 'n roll. Kun je het de babyboomers kwalijk nemen dat ze die kansen hebben gegrepen en daarvan met volle teugen hebben geprofiteerd? Zou de wereld beter af zijn zonder die experimenten? Ik dacht het niet.
Natuurlijk hebben de babyboomers geluk gehad. Ze hebben ook goed voor zichzelf gezorgd. Maar waren ze klaplopers, wat je tegenwoordig vaak hoort? Hippies en allerlei alternatievelingen, overigens maar een kleine minderheid van alle babyboomers, maakten zeker gebruik van de vrijheden die de nieuwe consumptiesamenleving bood, vaak door van de kruimels te leven op een low budget. Daarvoor bestond een eigen infra-structuur van café's, clubhuizen, alternatieve theaters en bioscopen, en inderdaad ook kraakpanden. Niet allemaal even fijnzinnig, en soms ook uitvreterig, maar altijd low budget. Wat ik mis in de huidige jongerencultuur, is de mogelijkheid om anders te leven dan je ouders, in een eigen wereld waarin niet alles om geld draait en je voor een appel en een ei je eigen weg kunt vinden (inclusief de dwaalwegen die daarbij horen).
Dat laatste mag niet meer van de brave twintigers, dertigers en veertigers van vandaag, dat is allemaal 'te duur', wat niet zo gek is gezien de hoge uitgaven die het huidige jongerenleven met zich meebrengt, zoals mobieltjes, merkkleding, scooters, auto's, doevakanties, vliegreizen, en meer van nog meer hetzelfde. En dan eisen de starters van vandaag ook nog voor hun dertigste een goedbetaalde baan en een eigen huis en vinden ze het een schande als dat niet onmiddellijk lukt. Toen de babyboomers nog jong waren, werd daartegen geprotesteerd en was iedereen met een levensstijl van boven de dertig 'fout' klootjesvolk. Dat was misschien naïef en arrogant, en achter het idealisme rukte vooral het egocentrisme op, maar het was eigenzinniger en origineler dan wat er vandaag aan klachten klinkt. Luister naar de popmuziek uit de jaren zestig en zeventig en hoor het verschil. De babyboomers kunnen zich erop beroemen de laatste beatgeneratie te zijn geweest die nog wat 'nieuws' heeft gebracht, zeg maar een eigen sound; daarna was het slechts de eeuwige wederkeer van hetzelfde, inclusief de jaarlijks gesubsidieerde 'popconcerten' op hert Museumplein als de Koningin jarig is. Kan het suffer?
Uiteindelijk is elk generatiedenken lui en weinig specifiek, alsof mensen het kunnen helpen dat ze in 1947 geboren zijn, of in 1985, of dat hun wieg in Amsterdam en Hilversum stond en niet in Pakistan of Bangladesh. Wie de schuldvraag stelt, moet wel precies zijn. Het is altijd het makkelijkste om de generatie voor je de schuld te geven van de wereld om je heen. Het is groepsdenken en het tegendeel van het individualisme en de zelfredzaamheid die nu worden gepropageerd, maar die al te vaak uitmonden in de roep om een autoritaire overheid die 'keihard' moet optreden tegen al diegenen die niet helemaal naar de zin van de huidige 'ruggengraat van de samenleving' (de hardwerkende dertigers en veertigers) presteren. Je kunt de klachten over de mooiweerouders van toen afdoen als de klachten van de mooiweerkinderen van nu. Als 'antigif' is daar wat voor te zeggen. Maar in eerste en in laatste instantie zijn generatiegenoten vooral de concurrenten van elkaar en zitten zij zichzelf in de weg. Wie faalt, faalt in de eerste plaats zelf, wie te veel geld leent, doet dat vooral zelf, daar kun je je ouders moeilijk de schuld van geven.
Tenslotte ben ik niet zo onder de indruk van een nieuwe generatie die de erfenis van de generaties daarvoor slechts in boekhoudkundige termen van debet en credit kan zien, alsof zij de hele staatsschuld met zich meetorst en daardoor ontzettend wordt gefnuikt. Kan het kleinzeriger? Is dit niet het watjesdenken in extremis? Als dat de erfenis van de jaren zestig is, is er inderdaad iets vreselijk misgegaan.