De pedofielenclub Martijn kan niet strafrechtelijk worden aangepakt. Ook het verbieden of ontbinden van de vereniging is niet mogelijk. Dit terwijl onderzoek heeft aangetoond dat de leden van deze vereniging
regelmatig verdacht worden van, dan wel veroordeeld zijn voor, het bezit van kinderpornografisch materiaal. Een rare situatie, die ons maar weer eens wijst op de beperkingen van ons rechtssysteem.
De vereniging is opgericht in 1982 en wordt al jaren in de gaten gehouden door het Landelijk Expertisecentrum Kinderporno. De voorzitter van de club, de 67-jarige Ad van den Berg, zit sinds maart vast wegens verdenking van het bezit van kinderporno. De politie trof bij een huiszoeking eind vorig jaar een grote hoeveelheid films en fotomateriaal aan waarop seks tussen jonge kinderen te zien was.
Maar dit (en de andere strafzaken tegen (ex-)leden van Martijn) is geen grond voor juridische actie tegen de vereniging. Het OM in Rotterdam, dat is gespecialiseerd in kinderpornozaken,
stelt dat de gedragingen van de leden niet aan de vereniging zijn toe te schrijven.
Nogal wiedes! Iedere concrete daad wordt door een individuele persoon uitgevoerd en in die zin 'doet' een vereniging natuurlijk niets.
Sterker nog: Martijn heeft een compleet vrome en legale gestalte. De vereniging heeft in haar statuten uitdrukkelijk opgenomen dat haar doelen moeten worden nagestreefd "binnen de grenzen van de Nederlandse wet". En zolang een vereniging zich niet schuldig maakt aan strafbare feiten, mag er worden gestreefd naar het oprekken van de juridische kaders. Allemaal prima.
Ieder weldenkend mens begrijpt echter wel dat het bestaan van deze vereniging bijdraagt aan het misbruik van kinderen. Mensen met dezelfde wensen komen bij elkaar en in die zin is de vereniging een platform voor het uitwisselen voor (strafbare!) ideeën. Het facilieert op een bepaalde manier kinderpornografische praktijken.
Maar ja, de wet is ehh.. wet. So much for common sense.