1. Home
  2. De CO2-obsessie (2)

De CO2-obsessie (2)

Geen categorie03 jun 2011, 16:30
In reactie op de verschillende commentaren op zijn eerdere bijdrage verzocht Arthur Rörsch mij deze 'posting' te plaatsen.
Arthur Rörsch:
De wetenschappelijke instelling en competentie van de verkondigers van de hype
In mijn voorgaande bijdrage werd betoogd dat de CO2-hype wordt gevoed door:
(1) het voorbijgaan aan de oorsprong van de regulerende werking van de waterhuishouding op een mondiale schaal,
(2) een verkeerd gebruik van modellen,
(3) het veronachtzamen van waarnemingen en
(4) gebrek aan objectieve onderzoekers die daadwerkelijk nieuwe inzichten over de werking van de complexe atmosferische processen ontwikkelen.
Voorts is door het openbaar worden van e-mail correspondentie binnen de kerngroep van de verkondigers van de CO2-hype, twijfel gerezen aan hun wetenschappelijke integriteit wegens selectieve verwerking van data (Climategate). De ongeveer tien leden van deze kerngroep hebben daarmede hun wetenschappelijke geloofwaardigheid grotendeels verspeeld. Daarmede is echter zeker niet al het hedendaags mainstream klimaatonderzoek gediskwalificeerd. Het onvoldoende handhaven van regels voor ‘Good Scientific Practice' (GSP) komt regelmatig in vrijwel alle disciplines voor. De achtergrond daarvan is niet noodzakelijkerwijs een bewuste intentie tot frauderen, maar blijkt veelal het gevolg van een wetenschappelijke incompetentie – van onvoldoende kennis van de wetenschappelijke literatuur en van een gebrekkig vermogen om onderscheidene, vaak tegenstrijdige, gegevens uit de literatuur tegen elkaar af te wegen. Doet zich een geval voor van twijfel aan bepaalde wetenschappelijke conclusies, dan blijkt dat uit daarop volgende evaluatie door andere wetenschappers.
Het is in een discussie hierover van belang om te constateren dat onder de luide verkondigers van de CO2-hype slechts enkelingen zijn die zelf het probleem van de regeling van de oppervlaktetemperatuur grondig hebben bestudeerd. De luide verkondigers zijn zij die de evaluatie van de literatuur hebben verricht, in Nederland bijvoorbeeld het Planbureau voor de leefomgeving. (PBL). En in het verlengde daarvan het PCCC. Die evaluatie moet op zijns minst gezegd, onkritisch zijn geweest. Van de evaluatiedeskundigen zou men hebben mogen verwachten dat zij voordat Climategate plaatsvond, het eerder gepubliceerde kritische commentaar op de dataverwerking van bovengenoemde kerngroep serieus zouden hebben genomen. Het tegendeel was het geval. Zelfs na Climategate bleef men de schending van de GSP nog goed praten.
De grondslag voor de evaluatie van het onderzoek dat op klimaatverandering zou wijzen, is het selectief gebruik van literatuur die aan peer review onderworpen is geweest , zonder opnieuw eigen kritisch onderzoek naar de onderbouwing van het gepresenteerde wetenschappelijke ‘nieuws’ te verrichten. Dit onvoorwaardelijk vertrouwen in wat één keer onder peer review is gepresenteerd is in andere disciplines ongekend. Gebruikelijk is bij 'Good Assessment Practice' (GAP) juist reproductie van resultaten door onafhankelijke onderzoekers af te wachten alvorens op conclusies voort te borduren.
Een andere groep van luide verkondigers zijn zij die allerhande interessante aspecten van mogelijk klimaatverandering over een periode van 200 jaar bestuderen (terugtrekking van gletsjers, smeltend Groenlandijs, zeespiegelstijging, het voorkomen van extreme weersomstandigheden, biotoopveranderingen). Zonder enig blijk te geven van kennis van de in de atmosfeer optredende processen, slepen zij de CO2-hype daarbij. Terwijl de signalen voor opmerkelijke klimaatveranderingen vooralsnog niet significant zijn op een historische tijdschaal van 200-1000 jaar, wordt onvoldoende overwogen of andere oorzaken een rol spelen dan de verandering van de optische dichtheid van de atmosfeer. Zo schiet het doorgronden van het complexe klimaatsysteem niet op.
De CO2-obsessie wordt gedreven door suggestieve mededelingen van ‘horen zeggen’ van een kleine groep atmosferische wetenschappers, die zeer wel mogelijk op een dwaalspoor zitten. En de hype wordt uitgedragen door bepaalde onderzoekers op andere gebieden die er geen blijk van hebben gegeven de problematiek te kunnen doorgronden. Niettemin, met het aureool van hun wetenschappelijke status lijken ze toch overtuigend over te komen op een breed publiek, dat niet vertrouwd is met de vele struikelblokken die zich bij de vooruitgang van de wetenschap voordoen.
Overigens heb ik het gevoel dat de CO2-hype inmiddels van zelf aan het overwaaien is. Zie wat men in landen in het Verre Oosten ervan denkt. De westerse suprematie  is bijna voorbij, ook op wetenschappelijk en technisch gebied. De ‘renaissance’, met name in China, wordt denk ik, vooral gedreven door meer gedegen opvoeding in (wetenschaps-)filosofie en de grote leergierigheid van de jonge generatie studenten. Die twee aspecten vielen mij 15 jaar geleden al op gedurende drie maanden verblijf aan de universiteit van Chengdu in Si Shuan en het naburige ‘gymnasium’.
De westerse wetenschappelijke wereld wordt wellicht toch nog tijdig wakker, als men het droombeeld verlaat dat klimaatmodellen enige aanwijzing kunnen zijn voor geforceerde klimaatverandering door CO2-stijging. Enig andere aanwijzing, op waarnemingen berustend bewijs, is er niet. De confrontatie tussen de westerse en oosterse filosofische benaderingen wordt voorts ook om andere redenen interessant, geheel los van de CO2-problematiek. In het Westen is er sprake van een groeiende belangstelling voor de mystieke wereld van de Tao. In het Oosten werd die met de paplepel ingegoten, maar thans met veel meer nuance dan 100-1000 jaar geleden en met historisch besef gedoceerd. Daarentegen wordt in de tweede klas van de middelbare school in China nu de geschiedenis van Galilei onderwezen. En in de voortgezette opleiding de wetten van de thermodynamica (waarvan met tot 1990 weinig besef had). De realiteitszin gaat, denk ik, in het Oosten omhoog, in het Westen omlaag. 'China' beleeft een 'renaissance', het Westen, vrees ik, een terugkeer naar het dogmatisch denken en 'geloven' van de Middeleeuwen.
Voor de gelegenheid teken ik met de naam die mij in China is gegeven. (Luo Shu). ??
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten