Euronachtmerrie

Geen categorie22 mei 2011, 17:53

Mijn Telegraafcolumn van gisteren ging over de puinhopen van tien jaar Eurozone.

Afgelopen week lagen de coalitiepartijen in de clinch over de vraag wat te doen met Griekenland. Geert Wilders wil alle verdere steun aan dat land uitsluiten. Het beste zou volgens hem zijn als de Grieken uit de Euro worden gezet zodat ze op eigen kracht het pad omhoog konden vinden. De VVD reageerde bij monde van fractievoorzitter Stef Blok al even rechtlijnig. Griekenland nu laten vallen zou rampzalige gevolgen hebben. Onze overheid, banken en pensioenfondsen zouden forse verliezen moeten incasseren, zodat een nieuwe recessie min of meer onvermijdelijk zou zijn – met alle gevolgen van dien voor Henk en Ingrid.

Wie heeft er nu gelijk? Het antwoord luidt tragisch genoeg: allebei. Wilders heeft zonder meer gelijk dat het storten van geld in het zwarte gat dat Griekenland heet gekkenwerk is. De Grieken zijn allang niet meer in staat hun schulden af te betalen. Vroeg of laat zal Griekenland dus het eigen bankroet moeten toegeven. Wat we ze nu lenen, zijn we dan voorgoed kwijt. We zouden dus net zo goed meteen de stekker eruit kunnen trekken.

Blok heeft helaas ook gelijk als hij waarschuwt voor de dramatische gevolgen van die stap. Als de schade beperkt zou blijven tot Griekenland, zou afschrijven van (een deel van) de Griekse schuldenlast nog wel overwogen kunnen worden. De totale Nederlandse verliezen zouden dan op termijn hooguit enkele tientallen miljarden euro’s bedragen en waarschijnlijk zelfs veel minder. De vrees bestaat echter dat als Griekenland eenmaal het eigen failliet toegeeft, Ierland en Portugal onvermijdelijk zullen volgen. De honderden miljarden die zijn gestoken in peperdure reddingsoperaties zouden dan voorgoed verloren zijn. En West-Europese banken en pensioenfondsen zouden nog eens honderden miljarden moeten afschrijven omdat staatsobligaties uit deze landen op slag waardeloos zouden zijn geworden. Nu de stekker eruit trekken betekent dan ook vrijwel zeker dat de Europese economie in een diepe recessie wordt gestort.

Vanuit moreel oogpunt verdient de optie Wilders zonder meer de voorkeur. De onvermijdelijk volgende recessie zou buitengewoon vervelend zijn, maar het zou wel het principe in stand houden dat wanbegroters niet beloond mogen worden. Het zou Europa bovendien de kans geven eindelijk de puinhopen van het eurosocialisme op te ruimen, de bankensector te saneren en de euro te verstevigen door de zwakke broeders uit de muntunie te zetten. Een scenario dat vrijwel zeker tot een langdurige recessie zal leiden heeft in de politieke praktijk echter nul komma nul kans. Geen enkele politicus zal immers op zijn cv willen hebben staan dat hij zijn land bewust in een diepe crisis heeft gestort.

Kortom, we kunnen niet betalen, maar we kunnen ook niet niet-betalen. De enige overgebleven optie is doormodderen. Dus stellen we steeds strengere eisen aan de Grieken (“Meer privatisering! Nog hogere pensioenleeftijd!”) en gebruiken we boekhoudkundige trucs om de Griekse schuldenlast draaglijker te houden in de vorm van langere afbetaaltermijnen en lagere rente. Dit alles dan in de hoop dat de economieën van de PIIGS-landen via een soort wonderbaarlijke wederopstanding opeens weer aan het groeien slaan en verdere reddingsoperaties alsnog overbodig worden. Alleen een dergelijk wonder kan ons namelijk nog bevrijden uit de eindeloze euronachtmerrie.

Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten