Over het hoger onderwijs hebben de 'onderwijspartijen' het hoogste woord, maar het mbo lijkt voor veel partijen niet interessant genoeg te zijn.
De PVV was onder onderwijswoordvoerder Martin Bosma al de juiste richting ingeslagen. De partij verkondigde een zeer kritisch geluid over onderwijsvernieuwingen en een pleidooi voor meer discipline in de klas. Nu docent Harm Beertema de gelederen heeft versterkt, mag ook het mbo zich op de bijzondere aandacht van de PVV verheugen.
De partij vindt het van de zotte dat het ministerie van Onderwijs het aantal hoger opgeleiden boven de 50 procent wil tillen. Overbodig om te zeggen dat Beertema daar volkomen gelijk in heeft. Als iets de standaard is, kan er lastig meer sprake zijn van 'hoger' onderwijs. "Een overspannen en schadelijke ambitie, ingegeven door dolgedraaid gelijkheidsdenken", zo meent Beertema. Geef hem eens ongelijk.
Om te voorkomen dat mbo'ers tweederangs burgers worden, wil de partij nu het mbo naar een hoger plan tillen. "We moeten weer trots worden op onze mbo-ers, ze zijn de ruggegraat van onze economie. Wie kan en wil moet natuurlijk kunnen doorstromen. Zogenaamd stapelen is altijd een succesvolle emancipatiemotor geweest. Maar we moeten ophouden met doen alsof eindstation mbo-4 in niemandsland ligt."
Ik weet niet of Beertema The Economist leest, maar hij zou inspiratie hebben kunnen halen uit een artikel dat deze week in het blad staat en gelukkig ook online te vinden is. Het artikel gaat in de eerste plaats over het bestuurlijke succes van Singapore, maar maakt een interessante omweg naar het onderwijs.
Until recently ITEdubbed Its The End by ambitious middle-class parentswas the dark side of Singaporean education. The city state streams pupils rigorously and is unashamedly elitist: one school claims to send more students to Ivy League universities than any other secondary school in the world. But such a system also produces losersand
many of the bottom third who do not make it to university come to ITE.
Het ITE, Institute of Technical Education, is een vervolgopleiding voor de kinderen van Singapore die niet aan het McKinsey-achtige vooroordeel over jonge twintigers voldoen. In de afgelopen jaren heeft Singapore ongewoon veel moeite gestoken in de opleiding. Met succes: de afgelopen jaren trekken de opleidingen zelfs hele hordes buitenlandse studenten aan.
Nu is het wel degelijk te verdedigen dat het Nederlandse mbo zichzelf ook in een reserverol manoeuvreert. Zo stonden ook vertegenwoordigers uit het beroepsonderwijs tegen de kabinetsplannen voor langstudeerders en de onderwijsbezuinigingen te protesteren, terwijl het mbo er in de plannen juist geld bij krijgt. Staatssecretaris Zijlstra vroeg zich met recht af of ze dan misschien het beschikbare extra geld weer wilden teruggeven.
Tot het moment dat 100 procent van de Nederlandse bevolking hoger onderwijs aan kan, lijkt het me helemaal niet zo'n gek plan van de PVV om juist op het mbo toponderwijs aan te bieden voor de scholieren die dat ook echt willen. Het voorkomt in de eerste plaats dat de leergierige mbo'er met net iets te weinig capaciteiten naar het hbo moet. Met name door een gebrek aan ruggegraat, maar ook door deze groep leerlingen, zijn de Nederlandse hbo's al jaren van een abominabel niveau.
Wat mij betreft is bovendien een gunstig bij-effect dat het een stap is naar minder gezever over kenniswerken. Als je in Nederland wat kunt, dan mag je van de maatschappelijke politie geen timmerman worden. Door ook in het mbo toponderwijs aan te bieden, geef je de aanstormende generatie de kans om zich te ontwikkelen zoals ze dat zelf wil.